een nieuw, gaat en evenwichtig centrum
terug, waar de sfeer deed denken aan die van
een oude stad. Tot op de dag van vandaag is
het vrijwel onmogelijk onwetende bezoekers
te vertellen dat bijna alles wat zij zien tussen
Lange Viele en Abdij gebouwd is na 1940. Ze
geloven het gewoon niet. Dat is de kracht
geweest van de Delftse School en het inzicht
van de bestuurders in die eerste oor
logsmaanden. Middelburg had weer een
volwaardig centrum.
Meer auto's
Na de wederopbouw stond Middelburg voor
andere problemen, die echter wel een
rechtstreeks verband hadden met de
bebouwing in het stadshart. Er kwamen steeds
meer auto's, veel meer dan destijds werd
aangenomen. De stad dreigde verstopt te
raken. Nu vonden de bestuurders dat in de
tijd vlak na de oorlog en de jaren vijftig nog
niet zo erg, want iedereen had tenslotte recht
op een auto en dit liet zien dat het weer goed
ging in het land. Maar die auto's moesten
ergens een plaatsje krijgen. Bij de
wederopbouw was geen rekening gehouden
met zoveel parkeerplaatsen. De oplossing leek
te liggen in het verbreden van straten en het
creëren van parkeerruimte ten koste van
huizenblokken. Het vreemde fenomeen deed
zich toen voor dat oude panden, die de
oorlogsramp hadden overleefd, alsnog werden
afgebroken. Te denken valt aan de Se-
geerstraat en later in de jaren zestig het blok
huizen op de Dam, tussen de Korte Delft en
de Lange Giststraat. Maar er ging meer tegen
de vlakte. De Korte Delft was op het eind te
smal, dus werd de voorbouw van de
Gasthuiskerk afgebroken. Onvervangbare
panden. Er bestonden zelfs plannen voor een
grote doorbraak ten behoeve van het verkeer
(zoals in Bergen op Zoom), wat gelukkig niet
is doorgegaan. Valt het de bestuurders kwalijk
te nemen dat ze die beslissingen namen? Een
vraag die moeilijk te beantwoorden is. Het
was een andere tijd en de aandacht voor
historie was geen gemeengoed onder
bestuurders. Niet vergeten moet namelijk
worden dat het toen nog maar iets meer dan
een halve eeuw geleden was dat belangrijke
heren als De Stuers zich druk maakten om het
behoud van ons cultureel erfgoed. De 'sloop-
eeuw', zoals de negentiende eeuw kan worden
genoemd, was nog niet helemaal voorbij,
ondanks de restauratie van enkele grotere
complexen (zoals de Abdij).
Monumentenstad
Zoals zo vaak wordt een ontwikkeling niet
abrupt afgebroken en kondigt een nieuwe tijd
zich niet ineens aan. Zo kon het gebeuren dat
niet lang na de afbraakperiode Middelburg in
1975 voorbeeldstad in het kader van het
Europese monumentenjaar werd, met
restauratieprojecten in de Spanjaardstraat, Sint
Jorisdoelen, Bellinkstraat en Korte
Noordstraat, terwijl in de aanloop daarop het
Vlissings Wagenplein en omgeving sneuvelde
voor de aanleg van de rondweg (tangent). Een
andere ontwikkeling, voor de stad van
positieve aard en een bewust beleid van
gemeentezijde, was het verdwijnen van grote
bedrijven uit het centrum. In de loop van tien,
vijftien jaar zijn garages en transportbedrijven
verdwenen. Daardoor werd de binnenstad
ontlast. Aan de rand van het centrum ver
schenen kantoorgebouwen en winkels. Zo
werd het gebied van de Zandstraat en de
11