vermelde project in de duinen van de Westerenban is dit jaar met veel energie voortgezet. Op 20 februari en 21 november werd door resp. 13 en 3 personen een veldverkenning gehouden. Om de bevindingen te relateren aan het vondstmateriaal in de collectie Hubregtse is op 4 juni de collectie op het Depot in Middelburg systematisch doorgenomen en een representatieve steekproef voor bewerking geselecteerd. Het onderzoek wordt in 1994 voortgezet. 4. J. van der Sneppen uit Odijk meldde metaalvondsten van een terrein in de onmiddellijke nabijheid van de vroegmiddeleeuwse burcht van Burgh en van het strand van Westenschouwen. Van de eerste lokaties zijn twee kruisfibula's met emaille het vermelden waard. De strandvondst betreft ook een met email versierde ronde plaquette in een los raamwerk. Op de plaquette is een heilige afgebeeld. Zierikzee 1. Door R. Rijken uit Middelburg werd in april 1993 in een hoop schelpen in Yerseke een bijl gemaakt van gewei gevonden. De vondst werd gemeld en ter bestudering aangeboden door de neef van de vinder, J. de Kuyper uit Middelburg. De bijl is waarschijnlijk met de mosselen opgevist van een oude woongrond op de plaats waar nu de geul 'de Roompot' in de Oosterschelde ligt. R.C.G.M. Lauwerier (ROB) heeft het voorwerp nader bestudeerd. Het artefact blijkt vervaardigd uit een van de enden van het gaffelvormige gewei van een eland (Ajces alces (L.)). De lengte is 138 mm, de grootste breedte 59 mm en de snede ongeveer 22 mm breed en 38 mm lang. Aan het brede uiteinde zijn, zowel aan de bovenkant als de onderkant, enkele duidelijke haksporen zichtbaar. Het snijvlak en de punt zijn zwaar gepolijst. Hetzelfde geldt voor de minst gekromde zijde en de hoek aan het brede uiteinde van de meest gekromde zijde. De boven- en onderkant zijn licht gepolijst. Parallel aan de snede is een min of meer vierkant steelgat aangebracht van ongeveer 22 bij 22 mm. In het gat zijn loodrecht door de stang lopende rechte sporen waar te nemen. Omdat de poiijsting duidelijk zichtbaar is over de hele lengte van de bijl is het uitgesloten dat de bijl gebruikt is voor de bewerking van redelijk hard materiaal. In dat geval was slechts de punt gepolijst geraakt. Meer voor de hand liggend is dat het werktuig bijvoorbeeld werd gebruikt bij de bewerking van de bodem. De bijl zal daarbij voortdurend geheel in de zachte bodem geslagen zijn, waarbij de grond de bijl over het gehele oppervlak polijstte. Uver het algemeen hebben basisbijlen een cylindrisch schachtgat. De bijl uit de Roompot met het rechthoekige gat is een uitzondering. De vorm is zeer lange tijd in gebruik geweest. Meestal worden ze gedateerd in het Mesolithicum of Neolithicum, een enkele maal in Bronstijd of Ijzertijd. Omdat de hak en zaagsporen zeer waarschijnlijk met een metalen voorwerp gemaakt zijn, dateert de bijl uit de Roompot waarschijnlijk uit de Brons- of Ijzertijd. 2. Een tweedaags verkennend onderzoek uitgevoerd in de maand juli aan de Manhuisstraat, leverde een goed inzicht op in de ontwikkeling van dit deel van Zierikzee vanaf ca. 1300. (Zie de Archeologische Kroniek 1993 in AZG 1994.) 3. In augustus werd door J. Valster uit Hoek in het westelijk deel van de Oosterschelde een geweibijl opgedoken. In het steelgat bevonden zich nog houtresten. De bijl werd door bemiddeling van J.M. Moraal, conservator fossiele botten van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, voor nader onderzoek aangeboden aan de ROB. De vinder heeft de vondst geschonken aan het Genootschap onder voorwaarde dat het artefact in Zeeland wordt tentoongesteld (inv.nr. GV 1993-63). De basisbijl is gemaakt van de onderkant van een 5,6 x 4,2 cm dikke afgeworpen geweistang van een edelhert (det. R.C.G.M. Lauwerier). De lengte is 22,5 cm. De iets ovale doorboring voor de steel (2,4 x 2,7 cm) staat onder een hoek van 75° op de stang. Ook de eenzijdig afgeschuinde snede (9 cm lang) maakt een hoek (10°) met het vlak dat gevormd wordt door de steel en de bijl. Van de steel is alleen in het steelgat een restant achtergebleven. Het gaat om een tak van hulsthout (det.: L. Kooistra). De snede vertoont snijsporen en krassen. Zowel aan de bewerkte kant van de snede als aan de onbewerkte kant is een duidelijke hoogglans waarneembaar. Dit doet vermoeden dat het artefact werd gebruikt bij het bewerken van de grond. De bijl dateert waarschijnlijk uit het Neolithicum. Zowel van de bijl zelf als van het hout van de steel is een 14C-monster genomen. 4. Aan de Boerenweg te Zierikzee werd een stuk hout gevonden afkomstig van een schip. Het stuk werd na melding door F. Beekman door streekarchivaris H. Uil in Middelburg afgeleverd voor nader onderzoek. 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 25