#loufe fcljmts/ 3 evenwel nog in datzelfde jaar een einde maakte. Filips liet de stad in 1575 tegen de aanvallen van de Watergeuzen versterken, maar desondanks werd zij door hen spoedig ingenomen. Vervolgens viel zij in 1583 door verraad weer in Parma's handen, totdat Maurits haar blijvend voor de Staten wist te veroveren. Deze lieten haar in datzelfde jaar door graaf Filips van Hohenlohe, een zwager van Maurits, versterken. Zijn Duitse huursoldaten, circa 1000 in getal, wierpen even buiten de wallen aan de weg naar Axel een grote schans op, een bolwerk om vandaar uit de Spanjaarden te bestoken. Een paar jaar later rukte Maurits steeds verder op, veroverde Axel (1586) en richtte daar in 1595 fortificaties op. De militaire waarde van de sterkte bij Terneuzen was nu sterk verminderd en de bezetting was verdwenen. Na de val van Hulst in 1596 werd het weer noodzakelijk de vesting van Terneuzen te versterken. Daartoe gaf Maurits in datzelfde jaar bij een bezoek aan Zeeland aan welke versterkingen aangebracht moesten worden en Oldenbarnevelt maakte met een deputatie van de Staten-Generaal eveneens een inspectietocht met dit doel. Het is mogelijk dat burgemeester Johan Serlippens tijdens dit bezoek de Moffenschans heeft gekocht. Er was veel geld nodig voor de nieuwe verdedigingswerken, er wordt gesproken over f 42.000,— en er werden speciale belastingen voor geheven. Met de nieuwe schansen in Axel en de vernieuwde vesting van Terneuzen was de Moffenschans nutteloos geworden en bracht zo nog iets op. Serlippens maakte er binnen een aantal jaren een prachtige buitenplaats van, die in haar naam, de Moffenschans, haar oorsprong bewaarde. Hondius zelf schrijft hierover: Eenen houck lants daer den Mouf Van te vooren hem begrouf En daer hy een Schans op richte Dicht op ons Neuse en gesichte Is geworden een warande Gheen thien jaren vol daer an Ver de schoonste van den lande Tot gerief van yder man Hondius zal hier, tijdens zijn predikantschap te Terneuzen, vanaf 1609 tot zijn dood in 1621 verblijven. De hof geraakte reeds aan het eind van zijn leven in verval, om gezondheidsredenen kon hij de tuin niet meer zo onderhouden als hij wilde. Cats heeft Hondius' tuin bezocht, dat wil zeggen: wat >3 U f» O y U 'ti S3 ff tl ti 6 n U «I Ki 'i o m 'A 9 'A S) P B T R l H O N D I Dapts inetriptac, y Cf be 1 1 S s dat is, foenclKub* DES BV YT EN-LEVENS, Verghefdfchapt met de. Boucken. VFGE-DEELT IN X GANGEN, Nieuwe editie, JOINTS lm tien lutfjfurupt Unen gam. Cfantcn nut 3yn Hof-wctttn, 8 ¥y lSm 1 s a m I Tor Leybeh, üoo;©antcl fictïï0 JSocdttocttoopf/ Anno !t>u. Titelpagina van De Moufeschans van Peter Hondius. eens zijn tuin was. Er was niets meer van over. In zijn werk Ouderdom en Buyten-leven (1656) dicht hij: Maer Hondi, lieve vrient, u wil ick niet vergeten, Daer was van uwen tuyn voor desen veel geweten. Men sprack schier over-al van uwe Mofle- schans, Maer stracks, na uw vertreck, soo wasse sonder glans. 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 28