dorpen Vinningen en Oostende, het wapen, de ambachtsheren, de mee stoot, het gemeentehuis, de school, de veerdiensten en zelfs een moord zaak uit 1840. De dader hiervan werd uiteindelijk gepakt en ter dood ge bracht. De bewering van de auteur dat dit 'de laatste gehangene in Zeeland' (p. 51) zou zijn werd in de PZC van 1 april j.l. overigens al vol doende ontzenuwd, maar ook de uit een kranteartikel overgenomen opmer king dat Adriaan Polderman in 1861 de laatste ter dood veroordeelde zou zijn is onjuist; er zouden in Zeeland nog minstens zes doodvonnissen volgen die echter niet voltrokken zijn. Uit de inleiding blijkt dat uitgeve rij en gemeente alle Borselse dorpen op deze wijze willen boekstaven. Enkele onvolkomenheden zouden in die volgende delen vermeden moeten worden. De drie regels register op p. 60 zijn ongetwijfeld een schoon heidsfoutje; een literatuurlijst met titels van archiefinventarissen is echter ongebruikelijk, zeker wanneer de namen van enkele auteurs fout gespeld zijn. Hier kan onder de ti tel 'bronnen' worden volstaan met een opsomming van de benamingen van de archieven of collecties waar uit geput is, geordend naar bewaar plaats. Het is toe te juichen dat een gemeen tebestuur gelden vrijmaakt voor het vastleggen van de geschiedenis van zijn kernen. Gezien de niet aflatende bestuurlijke schaalvergroting is het te hopen dat de auteur met gezwinde spoed de geplande serie van vijftien boekwerken voortzet, zodat na een eventuele gemeentelijke herindeling de gemeente Borsele vakkundig en verzorgd op papier is vastgelegd. Andere gemeenten en uitgeverijen kunnen hier een voorbeeld aan nemen. J.H.F.S. Museum de Meestoof te St.-Annaland In 1979 heb ik in het Zeeuws Tijd schrift beleden dat ik aan dit Thoolse museum mijn hart had ver pand. Deze belijdenis wil ik in 1995 graag herhalen naar aanleiding van de verschijning van het boekje Zichtbaar Verleden; 20 jaar streek museum De Meestoof Tholen en Sint Philipsland (Goes: De Koperen Tuin). Al meer dan twintig jaar heb ik het museum zien uitgroeien tot een vol waardig streekmuseum waar het goed toeven is. Hoe komt het nu dat het ene streek museum het zoveel beter doet dan het andere? De lijst van vrijwil ligers op Tholen is indrukwekkend, hun inbreng en kennis van zaken niet minder. We werden en worden er steeds als gewaardeerde gasten ontvangen. Zonder iemand te kort te willen doen is een deel van de bloei te danken aan de inzet van de auteur van het boekje, ir. M.A. Geuze, die door zijn energie en brede be langstelling als voorzitter en beheer der een drijvende kracht was. De doelstelling van een museum is het verleden zichtbaar maken op een ma nier die steeds weer uitnodigt tot bezoek. Men kan dan tevens nieuwe aanwinsten bewonderen. Die blijven maar komen in de Meestoof. Met als gevolg 'een ontstellend gebrek aan ruimte' Voor de rubricering van de inhoud is in het boekje het alfabet gebruikt, echt van A tot en met Z. Onder de Z vindt men het rekenboek van mees ter Bartjens, u weet wel; 2 2 4 volgens deze onderwijzer. De schoolklas brengt ons terug naar het eerste kwart van deze eeuw. We denken aan onze eigen schooltijd: de sfeer is te proeven. Dat geldt ook voor de tentoongestelde klederdrach ten. Wij zijn er al heel wat keren ge weest, maar telkens raak je in ge sprek met medebezoekers die hun er varingen vertellen. Is er een recept voor de toekomst? Geuze geeft tot slot aan: een blijvende harmonische samenwerking, voortzetting van de kring van goede relaties, de in de streek levende ideeën 'museaal' vertalen en handhaving van de goede naamzich uitend in originele en be langrijke manifestaties. Dit alles kunt u lezen in dit smakelijk ogend boekje, te verkrijgen voor het luttele bedrag van 7 95 M.P. de Bruin 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 37