van het in de 16de eeuw verdwenen dorp Westenschouwen hebben behoord. Al in 1911 zijn door J.A. Hubregtse vondsten op hetzelfde stuk strand van Westenschouwen verzameld. Al deze vondsten zijn gelukkig voor het nageslacht behouden gebleven door de schenking ervan aan het Zeeuwsch Genootschap. Behalve aardewerkfrag menten verzamelde Hubregtse o.a. gespen, spelden en sieraden. In de hier besproken brochure be handelt Frans Beekman ook de ge schiedenis van Westenschouwen. Behalve het voorwoord van streek archivaris Huib Uil en een inter view met één van de vindersbevat het boekje een artikel van H.J.E. van Beuningen, waarin de gevonden insignes uitgebreid worden behandeld. Van Beuningen, een autoriteit op dit terreinplaatst aan het eind van zijn bijdrage een overzicht van alle in Westenschouwen gevonden insignes. Hieruit blijkt de verhoudingsgewijs grote hoeveelheid van dit type vond sten. Ter vergelijking: het terrein van een ander verdronken Zeeuws dorp, Valkenisse (bij Waarde), is veel groter, maar leverde slechts een klein aantal insignes opDe oorzaak hier van is mogelijk te zoeken in de wijze van wegwerpen, bijvoorbeeld op laag gelegen plekken die nadien voor op hoging in aanmerking kwamen. Aange zien het wetenschappelijk onderzoek van dergelijke problemen nog in de kinderschoenen staat, is hierover nog weinig zinnigs te zeggen. Voorlopig blijft het zaak om niet slechts de pel grimsinsignes, maar tevens alle ande re vondsten zoals gespen, spelden, sieraden enz. zo zorgvuldig mogelijk te documenteren. HHendrikse Heeringen, R.M. van, H. Hendrikse, J.J.B. Kuipers (e.a.), Verdronken land, Valkenisse en Keizershoofd archeologisch onderzoek van een ver dronken stukje Zuid-Beveland (Goes: De Koperen Tuin, 1995). ISBN 90- 72138-40-6. Prijs 39,50. Deze goed verzorgde hard-backpu- bükatie bestaat uit twee delen die elk op zich van bovenregionaal be lang zijn. Het eerste deel vertelt over de archeologie van een door watersnood verloren dorp, het tweede over de historie van een door beëin diging van een oorlog ontmanteld fort. De twee lokaties liggen dicht bij el kaar, tussen Bergen op Zoom en Goes, in de buitenbocht van de huidige Westerschelde. Engeland kent zijn door wijzigende agrarische en politieke omstandighe den ontstane 'Deserted Villages', Duitsland door hongersnoden en ziekte leegstaande dorpen, de 'Wüstungen'. In Nederland, waar gebrek aan akker areaal in de late Middeleeuwen steeds meer opgeld deed, ging men soms wat te voortvarend het land ontginnen. De leidende rol in de ontginning in Zeeland hadden de Cisterciënzer mon niken uit West-Vlaanderen. Door het land in te richten met dijken en sluizen hield men het lange tijd droog. Kuipers beschrijft nauwgezet wanneer elke polder in oostelijk Zuid-Beve land werd bedijkt. In de periode van de late 12de tot halverwege de 16de eeuw namen de bevolking en het land bouwareaal toe. Door de dijken te verstevigen met grond uit de directe omgeving, moernering te bedrijven en het niet bij machte zijn om het fysische milieu, de waterstromen, te leiden, moesten uiteindelijk een aan tal gebieden worden opgeheven. De vele stormvloeden waren hier mede debet aan. Niet door politieke maar meer door fysische en bouwtechnische oorzaken liepen hele bewoonde gebie den onder en raakten dorpen en ste den onbewoond. Dit proces kon pas halverwege de tweede helft van de vorige eeuw enigs zins gekeerd worden. Men begon toen ook in brede kring te beseffen dat een flink deel van de Zeeuwse histo rie dat buitendijks lag verloren dreigde te gaan. Enerzijds waren nog steeds de invloeden van wind en zee hieraan schuldig, anderzijds begon ook de plaag waarmee tot op de dag van vandaag wordt gekampt. Plaatsen als Nieuwlande en Reimerswaal zijn aan een behoorlijk ordinaire manier 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 22