Homines novi onderzoek
Deze vraagstelling lag in feite ten grondslag aan het initiatief van een aantal
rijksarchivarissen die in 1986 besloten tot het instellen van een nader onderzoek naar
de homines novi. Het project Homines Novi Rijksarchiefdienst was geboren. Een
project waarbij een aantal rijksarchieven in de provincie, met name Friesland.
Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland. Noord-Brabant en Zeeland, een gezamen
lijk onderzoek instelden naar de antecedenten van de homines novi in de respectieve
provincies. Wie waren als nieuwe representant aan te merken, wat was hun leeftijd,
wat was hun opleiding, hun beroep en functies, hun godsdienstige gezindte en wie of
wat vertegenwoordigden zij. In feite dus een prosopografisch onderzoek naar de ach
tergronden van de homines novi in de genoemde provincies.
Wanneer men het over de rijksarchiefdienst heeft wordt nogal eens het motto
'eenheid in verscheidenheid' gebruikt. Men doelt hiermee op de eenheid in organisa
torische zin, die toch aan de individuele componenten, de rijksarchieven in de
provincie, de mogelijkheid biedt om zich op eigen wijze, en dan met name binnen de
eigen provincie, te onderscheiden en te profileren. Dankzij deze eenheid hebben de
afzonderlijke rijksarchieven kans gezien ieder op hun eigen wijze en de een uit
gebreider dan de ander een eindprodukt te presenteren dat in de vorm van een kloek
deel, voorzien van een professionele inleiding, als bron een handreiking wil bieden
voor verder onderzoek.3
Te betreuren valt het dat de rijksarchieven in Holland en Utrecht hebben besloten
niet mee te werken aan dit project. Gezien met name de Hollandse inbreng in de
omwenteling en het voortouw dat dit gewest nam bij de verdere ontwikkelingen in de
jaren daarna had juist de Hollandse bijdrage de kroon kunnen betekenen op het totaal
aan verzamelde informatie betreffende de homines novi in de Nederlanden.
Patriotten in Haarlem
Het jaar 1995 geld als een herdenkingsjaar voor het feit dat twee eeuwen geleden de
Bataafse omwenteling heeft plaatsgevonden. Met studiedagen en tentoonstellingen
besteedt men landelijk en lokaal aandacht aan deze gebeurtenis.
Als gemeentearchivaris van Haarlem gaat deze herdenking voor een deel aan mij
voorbij. Haarlem viert in 1995 het feit dat de stad 750 jaar geleden, op 23 november
1245, stadsrechten verkreeg van de Hollandse graaf, Willem II. En hoewel ik als
beheerder van dit kostbare document - ik moet eigenlijk zeggen documenten, want
het Haarlemse stadsrecht bestaat uit twee charters - volledig begrip heb voor het feit
dat de stad Haarlem dit jubileum aangrijpt om op grootse wijze haar 750-jarig
bestaan als stad te vieren, moet ik toch vaststellen dat geen enkel van de meer dan
dertig boeken en historische publicaties die er dit jaar in en over Haarlem verschijnen
en geen enkele van de circa vijftien tentoonstellingen die dit jaar in Haarlem georga
niseerd zijn ook maar op enige wijze aandacht hebben besteed aan de herdenking van
de Bataafse revolutie. En dat terwijl toch belangrijke patriotse voormannen uit
Haarlem als Wille Anne Lestevenon, Jan Herman de Lange en Pieter Leonard van de
Casteele op gewestelijk en nationaal niveau hun bijdrage aan de omwenteling hebben
geleverd.
Een klein onderzoekje in Haarlem naar de laatste publicaties op dit gebied leverde
een uitgebreid artikel over Haarlem in de periode 1787-1795 in het jaarboek van de
Vereniging Haarlem van 1975 op en een nog ouder artikel in het jaarboek van 1970
18
ZEELAND IN DE BATAAFS-FRANSE TUD 1795-1814