hen verenigt als morele individuen vereist de vernietiging van al die corporatieve
lichamen, al die met soorten van soevereiniteit beklede hiërarchieën, en al die wette
lijke onderscheidingen tussen verschillende soorten onderdanen, waar de samenlevin
gen van het ancien régime zo rijk van waren voorzien.
In dit juiste inzicht in het moderne karakter van het nationalisme ligt de reden dat
intelligente auteurs als Anderson en Gellner de opkomst van het verschijnsel als een
secularisatie interpreteren. In Europa bracht het nationalistisch programma zijn
uitvoerders in conflict met de staatskerken van het ancien régime. De christelijke
confessies beschouwden zichzelf als de hoogste morele gemeenschappen. Overal
waren de kerken als organisatie onderdeel van de hiërarchische structuur van de
maatschappijen van het ancien régime. Overal was het lidmaatschap van een heersen
de kerk voorwaarde voor het bekleden van overheidsambten, en ook waar religieuze
minderheden heel klein waren of ontbraken, was godsdienst een belangrijk symbo
lisch middel om onderscheid aan te brengen tussen klassen van onderdanen. De natio
nalistische schepping van het volk ging daarom overal gepaard met de juridische
scheiding van kerk en staat en het verwijderen van kerkelijke autoriteit uit de
publieke sfeer. De Franse Revolutie, het gebruikelijke beginpunt van analyses van het
nationalisme, is het bekendste voorbeeld van deze logica. Uiteindelijk brak de
Revolutie de kerk en ontwikkelde een radicaal anti-christelijk programma dat tijdens
de terreur zelfs de christelijke tijdrekening verwierp.
Toch is met de ontkerstening van het jaar II het onderwerp van de verhouding
tussen godsdienst en nationalisme in de revoluties die in het Westen het einde van de
vroeg-modeme tijd markeerden niet uitgeput. De eerste nationalistische revoluties
vonden plaats in de koloniën van de Europese staten in Amerika. De belangrijkste, de
opstand van de Britse koloniën in Noord-Amerika, voerde wel een zekere scheiding
tussen kerk en staat door, maar ging niet over tot het verwerpen van christelijke
symbolen of voorstellingen. De eerste moderne revolutie in Europa vond plaats in de
Republiek, tijdens de patriottentijd. Nu is die revolutie wel gemeten aan de maat van
de Franse Revolutie en dan te licht bevonden. Het recente onderzoek neigt echter naar
een bevestiging van het revolutionair karakter van de gebeurtenissen.' De revolutie
van de patriottentijd ontbeerde een centrum, omdat ze zich afspeelde in een particula
ristische en gedecentraliseerde staat. Daardoor verliep ze getrapt, geleidelijk en
tamelijk geweldloos.6 Uiteindelijk mislukte ze, omdat het Pruisische leger ingreep.
Maar tijdens haar loop ontwikkelde de patriotse revolutie de nieuwe media en de
nieuwe vormen van organisatie die ook in Frankrijk de revolutionaire politiek moge
lijk zouden maken. De politisering die hier het gevolg was droeg een werkelijk
revolutionair karakter. De patriotten ontwikkelden een modem nationalisme, dus een
besef van de eenheid van de natie als hoogste morele gemeenschap gekoppeld met
krachtige vijandbeelden.7 In 1795, toen zij met Franse militaire steun weer aan het
bewind kwamen, voerden zij hun programma uit en transformeerden de particularis
tische en corporatieve Republiek tot een moderne natiestaat. Het revolutionair en
nationalistisch karakter van de gebeurtenissen zou buiten kijf moeten staan. Maar
anders dan in Frankrijk was noch tijdens de patriottentijd, noch onder de Bataafse
Republiek sprake van een aktieve politiek van ontkerstening. Integendeel, het christe
lijk karakter van de patriottenbeweging is wel beschouwd als kenmerkend voor hun
beweging in 'the age of democratie revolutions'."
RELIGIE. KERKENSTAAT
49