titel Verdronken Land: Vatkenisse en
Keizershoofd. Archeologisch en historisch
onderzoek van een stukje Zuid-Beveland.
Voor de vierde achtereenvolgende keer werd
meegedaan aan de 'Open Monumentendag' en
wel op 10 september. Traditiegetrouw werd
daartoe door de medewerkers van het depot
een kleine tentoonstelling ingericht waarop
onder meer de geconserveerde houten
rioleringsbuis van de burg van Middelburg
werd getoond. Het bezoekersaantal bleef even
hoog als voorgaande jaren (500 personen),
met dien verstande dat nu veel mensen van
buiten Middelburg afkomstig waren. Veel
bezoekers kwamen met gerichte vragen.
Getracht werd daarop zo adequaat mogelijk
antwoord te geven.
Musea, tentoonstellingen en publiciteit
Door het Provinciaal Depot voor
Bodemvondsten werd medewerking verleend
aan de volgende tijdelijke tentoonstellingen:
De in eigen beheer gemaakte tentoonstelling
'Geld uit de Belt' werd op 11 maart in de hal
van de Zeeuwse Bibliotheek geopend met een
middagvullend programma, waarin onder
anderen drs. A P. de Klerk een inleiding hield
over cultuurhistorisch toerisme en het belang
van stadskernonderzoek daarin. Op 28 juni
werd de tentoonstelling verplaatst naar de
lokatie van dc opgraving, waar op die dag het
nieuwe belastingkantoor werd geopend. Beide
tentoonstellingen waren zeer succesvol en
hebben het draagvlak voor de
archeologiebeoefening in de Zeeuwse
hoofdstad bevorderd.
Ten behoeve van de expositiemanifestatie in
de Middelburgse Abdij (Historama) werd de
tentoonstellingsopzet door het bureau 'TGV
Teksten en Presentatie' uit Leiden, na daartoe
de opdracht te hebben verkregen van het
stichtingsbestuur, nader uitgewerkt en als
deeltentoonstelling opgeleverd onder de titel
'Uit de bodem van de burg'. De officiële
opening werd verricht op 4 maart door
gedeputeerde Dc Kok. Medewerking aan een
expositie over 'Karolingische burchten',
vervaardigd door de afdeling Voorlichting van
de Provincie Zeeland, resulteerde in een
reizende tentoonstelling die dit jaar te zien is
geweest in Domburg (RABO-bank; 1 juni-21
juli). Middelburg (gemeente-archief; 11
augustus-1 september). Vlissingen (gemeente
archief; I septcmbcr-26 september) en Burgh
(Burgse Schole: 26 september-13 oktober).
Medewerking werd verleend aan dc
tentoonstelling 'Spiegel van de Tijd, 225 jaar
verzamelen door het Koninklijk Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen' in het
Zeeuws Museum (28 mei-14 augustus).
Aan de Dienst Stadsbeheer in de persoon van
ing. II.J. van Putten werd op verzoek een
voorstel gedaan voor een informatiepaneel in
de Korte Burg over de opgraving in 1964 van
de vroeg lOde-eeuwse-riolering.
De Zeeuwse schrijvende pers en Omroep
Zeeland besteedden ook dit jaar weer zeer
regelmatig aandacht aan archeologische zaken.
Opgemerkt kan daarbij worden dat de
berichtgeving nog te vaak bleef steken in het
melden van 'unieke' vondsten, terwijl
opiniërende achtergrondartikelen achterwege
bleven.
Aniateurarclieologen
Ook dit jaar was de vaste kern van de AWN.
afdeling Zeeland zeer actief op het Provinciaal
Depot voor Bodemvondsten. Tot grote
tevredenheid kan worden vastgesteld dat het
samen productgericht werken, traditie is
geworden. Als voorbeelden mogen gelden de
publicaties over Hulst-Lange BelIingstraat
Middelburg-Kousteensedijk, het verdronken
Valkenisse en volgend jaar Veere-Schotse
Huizen. In Zeeuws-Vlaanderen waren vooral
leden van de Heemkundige Vereniging "De
Vier Ambachten' actief, onder andere
verleenden zij assistentie bij de opgraving aan
de Steenstraat te Hulst en bij een verkenning
van het verdronken dorp llontenisse.
Welkome hulp werd wederom geboden door
de AWN. afdeling Den Haag bij het
onderzoek in de duinen in de kop van
Schouwen. Dit jaar stond het sorteren en
tellen van de duizenden scherven, die in de
uitgestoven dalen zijn verzameld, centraal.
Volgend jaar zal dit onderzoek worden
afgesloten met een gemeenschappelijke
publicatie.
Opgravingen en vundstineldingen
Aardenburg
1 Op 13 oktober werd in de kleine
nieuwbouwwijk St.-Jorishof. gelegen tussen
de llerendrcef en de Bootslraat. een nader
onderzoek uitgevoerd naar aanleiding van de
melding van een machinist van een
graafmachine dat ter plaatse veel
pottenbakkersafval was weggegraven.
Veldcontrole door
II. Ilcndriksc en B. Oelc (beiden l'DB)
leverde hieromtrent geen nadere gegevens op.
20