Wel bevond zich op de bewuste plaats een waterput, die op grond van het aardewerk omstreeks 1300 kan worden gedateerd (baksteenformaat 27 x 13 x 7 cm). Onder de vondsten bevinden zich enkele grotendeels complete kannen. Vlak naast de waterput werd op 30 cm onder het maaiveld, dat ter plaatse op 1,71 m NAP ligt, het onderste deel van een cremaliegraf aangetroffen. Begeleidende scherven dateren het graf in de Romeinse tijd. Helaas is het Romeinse oppervlak nergens meer aanwezig. Tezamen met de sporen die in 1988 en 1990 aan de Bootstraal zijn ontdekt, zegt hel nieuwe crematiegraf iets over de uitgestrektheid van het grafveld. I)e afstand tussen de graven bedraagt ca. 200 in: A.G.F.M. ('uijpcrs (ROB) onderwerpt de crematie aan een nader onderzoek. 2 Door II. Hendrikse is in samenwerking met het technisch laboratorium van de ROB in de persoon van R. Meijers, een poging ondernomen delen van de beschilderingen van de in 1992 ontdekte grafkelder aan de Beekmanstraat er situ te conserveren. Axel De gemeente Axel in de persoon van de heer van Meens meldde de vondst van 16, later 60 Philips-/Vlaamse daalders. De munten waren volgens zeggen gevonden bij het uitbreken van een vloer. Verdere gegevens hebben de provinciaal archeoloog niet bereikt. Domburg 1 Op het Depot te Middelburg werden door de heer C.J. Cornelisse uit Oegstgeest scherven gebracht die afkomstig waren van een lokatie te Oostkapelle. Het betreft oppervlaktevondsten gedaan tussen 1982 en 1992 op het bouwland ten westzijde van de boerderij van zijn schoonouders aan de Zwanenburgseweg 2-4. De grootste hoeveelheid bestaat uit kleine fragmenten Badorf-en Pingsdorf-, Andenne- en kogelpotaardewerk. De datering van dit aardewerk loopt uiteen van de 10de tot de 12de eeuw. Daarnaast is een klein aantal scherven van Romeinse ouderdom aanwezig. Op de genoemde vindplaats bevond zich ook een gedempte gracht van het 18de-eeuwse landgoed 'Hof Swanenburg'. Beide categorieën vondsten duiden op een nederzetting ter plaatse of in de onmiddellijke nabijheid. 2 Op de Open Monumentendag schonk A.A.J. Poppe uit Vlissingen een enkele jaren geleden op het strand van Domburg ter hoogte van Breezand gevonden zilveren munt. Het betreft een Karolingische denarius van Lotharius (840-855). Goes 1 Op 20 januari werden tijdens het graven van een sleuf voor de waterleiding in de Singelstraat te Goes, op drie meter uit de gevel van het Museum voor Zuid- en Noord- Beveland en op een diepte van 0,85 m, funderingen en skeletten aangetroffen. D. v.d. Linden heeft het muurwerk in kaart gebracht. Het bestond uit rode baksteen van een formaat van 25 x 13 x 5 cm. Mogelijk betreft het restanten van de kapel van het 15de-eeuwse kloostercomplex van de Zwarte of Gellezusters. In een later tot weeshuis verbouwd gedeelte is nu het huidige 'Museum voor Noord- en Zuid-Beveland' gevestigd. Ren andere mogelijkheid is dat de skeletten behoren tol de voormalige begraafplaats van de Maria Magdalenakerk. Ook de rioleringswerkzaamheden rond de kerk werden gevolgd waarbij mogelijk delen van het poortgebouw van bet slot Oostende werden waargenomen. De fundamenten zijn in kaart gebracht. 2 Architectenbureau Rothuizen, Van Doorn, 't Hooft gevestigd te Goes, vroeg advies voor de herbouw van een in 1971 afgebroken 18de- eeuwse boerenwoning op de plaats van het verdwenen dorp 's-lleer-Elsdorp. De nabijgelegen fundamenten van de kapel blijven gespaard. Iloiitenisse 1 W.C.M. Capello uit Hulst meldde bij het Depot in Middelburg metaal vondsten afkomstig van het verdronken dorp Hontenisse. Onder de vondsten bevonden zich een gave pelgrimsampul van lood en enkele fragmenten van tinnen pelgrimsinsignes (o.a. Adrianus uit Geraardsbergen). 2 Op 7 december werd tezamen met E.M. Bogaert en J. Steijns van de werkgroep archeologie van de Oudheidkundige Kring 'De Vier Ambachten' een buitendijkse verkenning uitgevoerd naar het verdronken dorp Hontenisse. Het voormalige dorp lag op 4 km afstand van Valkenisse, op de andere, zuidelijke oever van de Westerschelde. De waarnemingen van de werkgroep zijn over een reeks van jaren goed gedocumenteerd. De indruk bestaat dat de Zuidergatgeul zich dit jaar zuidwaarts verplaatst en dat het blootspoelende Hollandveen verder erodeert. Tijdens de verkenning waren verschillende generaties moerneringsputten te zien. Vaste baksteenfundamenten werden niet aangetroffen. De archeologische sporen bestonden uit in bet veen uitgegraven, soms 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 23