intensieve opmetingscampagne. Met liet veldwerk werd op 25 juli een begin gemaakt, liet veldwerk duurde tot eind september en werd op 22 september afgesloten met het maken van een serie luchtfoto's. Het onderzoek wordt volgend jaar voortgezet. Ixn gebied van 90 x 60 meter werd in detail opgemeten. Hierbinnen bevond zich de gehele plattegrond van de dorpskerk, het kerkhof met een kleine honderd aan het oppervlak zichtbare begravingen, de fundamenten van huizen, kademuren, waterputten en verharde wegen. De archeologische resten liggen momenteel op een niveau dat varieert van ca. - 0,5 m lol 0 tit NAP. De aangroei en erosie van het schor lijkt een cyclisch proces zonder dat een oorzaak of een duidelijke regelmaat kan worden aangegeven. Vanaf 1935 vond aangroei plaats, gevolgd door erosie vanaf omstreeks I960. In de periode 1973 lol 1978 breidde het schor zich uit. Vanaf 1980 vindt wederom erosie plaats van het de jaren daarvoor opgebouwde schor en het oudere schor. De erosie wordt veroorzaakt door de uitbreiding vanuit het westen van een vloedschaar (schaar van Waarde). Ter hoogte van de radartoren ligt de geulbasis 750 m uit de dijk en reikt tot meer dan 10 ni NAP. De erosie schuift op van west naar oost en is momenteel halverwege het gebied het sterkst. Hier is een scherpe klifrand van ca. 1,5 m hoogte aanwezig, die de laatste jaren 2 tot 4 m per jaar terugwijkt. Juist in dit gebied spoelen momenteel de resten van het dorp Valkenisse bloot. De verwachting is dat ook volgend jaar de erosie zal voortgaan. Het is evenwel niet zo dat in de komende jaren de antropogene resten in de geul zullen verdwijnen. Het veen onder het voormalige poldergebied van Valkenisse vormt daarvoor een te grote barrière voor het opdringen van de vloedschaar. Gezien de cycliciteit van erosie en aanwas is het aannemelijk dat op een gegeven moment de erosie weer stopt, en aanwas plaats zal vinden en dat de restanten van de nederzetting dus weer afgedekt zullen worden. De resultaten van het onderzoek zullen in de loop van 1995 in boekvorm verschijnen bij uitgeverij De Koperen Tuin in Goes onder de titel: Verdronken land: Valkenisse en KeizershoofdArcheologisch en historisch onderzoek van een verdronken stukje Zuid- Beveland. Voor de volledigheid volgen in een tabel de uitslagen van de door dr. J. van der Plicht van het Centrum voor Isotopen Onderzoek verrichte l1C metingen. Met uitzondering van Valkenise V (oude houtbouw) en Valkenisse VII (beschoeiing drinkplaats, vaete) betreft het dateringen van menselijke begravingen op het kerkhof. Sluis De lieer J. Weij uit Draaibrug meldde de vondst van een compleet pelgrimsinsigne uit Sluis. Het rechthoekige insigne met dakvormige bovenzijde toont aan de onderzijde Karei de Grote met daarboven Christus aan het Kruis geflankeerd door de apostelen Petrus en Paulus. Hel insigne is alkomstig uit Aken. F.en dergelijk type uit Aken was tot op heden niet bekend. Het insigne is 5 cm hoog. Yecre I Tijdens hel verdiepen van een kelder onder het huis 'De Struys', één van de sinds het midden van de 18de eeuw als 'Schotse label Valkenisse GrN-20 894 Valkenisse I 650 20 BP bot skelet monsternr. I GrN-20 895 Valkenisse II 695 15 BP bot skelet monsternr. 2 GrN-20 896 Valkenisse III 835 15 BP bot skelet monsternr. 3 GrN-20 897 Valkenisse IV 650 20 BP bot skelet monsternr. 4 GrN-20 898 Valkenisse V 940 15 BP hout paal monsternr. 5 GrN-20 899 Valkenisse VI 355 20 BP bot skelet monsternr. 6 GrN-20 900 Valkenisse VII 365 15 BP hout paal monstcrtir. 8 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 27