WAT ZEGT VOORNE ERVAN?
H. Verwijs
Zie A. Wagners bijdrage in Nehalennia 107, 30-37
pin in me pook
travallie
terrow
spiete
drainze
d'n blok
malleblok
broeken
joh
joh-etje
vrullie
schuffie
stiefelen
murrege
marrege
impesant
hoosepikkie
'n hiële hort
errebaie
doornbaie
iets lange
onte toddek
ontegge onterik
scharrebitter
gouwe tor
horen toorn
kerremes-mispit
of karreman
joek
rif ra if
korsemus
priemen
har
wiëgt
gringel
hangetjes
schoft
ië is een tweekla
pijn in de darmen
hoefstal die in de open lucht staat
tarwe
1 spetters
2 tijdens het spitten, elke steek is een spiët
met krachtige slagen het water uit een voorwerp slaan
voerbak van een varken
éénpotig bankje bij het melken
met de broek af in een droge sloot
aantal rijtjes van een gewas die men nodig heeft om er
werk aan te verrichten. Voorbeeld: twee rijen bonen plukken
verkleinwoord van johVerbastering jooitje komt ook voor
meervoud; vrouwen (vrouwlieden)
klein laatje in een meubel
algemeen modewoord uit 1937. Duits: Stiefeln laarzen
morgenochtend (tijdsbepaling)
goedemorgen
ondertussen
uitroep van verbazing
een lange tijd. Hortje poosje
aardbeien
kruisbessen
iets nemen, pakken van een huishoudelijk voorwerp
slordige vieze vrouw
viezerd
bruine oorworm, bijt met een soort schaar
loopkever
hommel
(klemtoon op mis)
Vuilnisbelt. Tijdens de aanleg van de RTM-baan werden
er gaten in het land gegraven; met de grond werden de
lage gedeelten in de trambaan opgehoogd. Wilden de mensen
het vuil niet in de tuin begraven, dan werd het naar zo'n
gat gebracht. Ondergetekende had eenmaal per jaar een
wagen vol. Vuilnisophalers waren er nog niet.
het schuren van het vee tegen een paal
Drietander met lange tanden, om na het spitten de kluiten
fijn te maken. Had het ding vier tanden dan heette dat
nog steeds drietander. Dan was er nog de tunraif en de
hooiraif
kerstmis
1 breipennen
2 handvatten van de kruiwagen
kier, de bovendeur op een har zette, of bij droog weer
harren in de wiëgt
houten schuurwand
grendel; uitspraak van de i is een zeer korte ie
scharniertjeslet op de toevoeging e in het verkleinwoord:
beddetje, trappetje, mandetje, bennetje, paoretje
werktijd tussen de maaltijden; de meikerstijd hoorde nooit
bij
nk
40