(Jttice m Kew, konden, terechtgekomen. Ook trof ik tijdens een bezoek aan het archief in Georgetown (Guyana National Archives) vele handgeschreven archiefstukken aan: verslagen van de Raad van Justitie en Politie.1' Overgave van liet fort in 1781 Het Fort Zeelandia is met zijn vele kanonnen nimmer daadwerkelijk bij oorlogshandelingen betrokken geweest. Op 27 februari 1781 lag een aantal koopvaarders op grote afstand van het fort ten anker, waaronder de 'Watergeus' en dc 'Plantcrslust'. Deze beide schepen waren eigendom van de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC); een compagnie die een groot deel van de bezit tingen van de WIC van slaven voorzag om daarna de producten van de plantages naar Zeeland te verschepen. Engeland en de Republiek waren inmiddels in oorlog (Vierde Engelse Oorlog, 1780-1784) en op genoemde dag meldde een Spaans schip dat reeds meerdere Nederlandse schepen door Engelse kapers waren buitgemaakt. Kapitein Loeff van de 'Watergeus' begaf zich per sloep naar het fort. Directeur-Generaal G.II.Trotz was niet op de hoogte van deze alarmerende berichten en maakte tevens duidelijk niet echt verontrust te zijn. Loeff ging terug aan boord, maakte zijn schip zeilgereed en ankerde de volgende dag dicht onder het fort; zodanig dat men zich gedekt wist door de kanonnen daarvan. Dit voorbeeld werd gevolgd door in totaal zeven andere koopvaarders. Trotz gaf ook daarna geen blijk van enige onrust; een bevel aan de kapiteins zich gevechtsklaar te houden bleef uit. Later bleek dat de iets oostelijker gelegen kolonie Deinarary reeds door de Engelsen was bezet. Op 3 maart 1781 vertoonden zich een paar Engelse oorlogsschepen ter hoogte van het fort en werd een Engelse parlementair aan wal geroeid. Het resultaat van een korte bespreking was dal de Nederlandse vlag op het fort werd gestreken. De kapiteins van de voornamelijk Zeeuwse schepen werden onder arrest gesteld. De bezetting van het fort mocht met militaire eer, vliegende vaandels en slaande trom, afmarcheren. De kolonies Essequibo en Demarary waren voorlopig voor de WIC verloren. Zorg voor ons erfgoed overzee Nu, op het einde van de 20ste eeuw, treffen we op Forteiland nog immer de restanten van dit zo imposante fort Zeelandia aan. Door de sterke vloed- en ebstroom van de Essequibo wordt de kustlijn onderspoeld. Het resultaat van deze 'river-erosion' is dat na enkele eeuwen twee van de bolwerken voor een gedeelte in de rivier zijn verdwenen. Hoewel er al veel gedaan is om deze 'ondergraving' te voorkomen, zal spoedig ingrijpen noodzake lijk zijn. We zien alom ruime aandacht voor hetgeen de Nederlanders aan historische vestingwerken achterlieten in landen en gebieden als Suriname, Indonesië, Sri Lanka, Brazilië en sinds kort ook West-Afrika. Een nader onderzoek door Nederlandse instanties die zich bezighouden met dc zorg voor ons cultureel erfgoed overzee is noodzakelijk. Mogelijk dat daarna renovatie of conservering van Fort Zeelandia aan de Essequibo kan plaatsvinden. Tevens kan deze imposante fortruïne een belangrijke rol spelen bij de pogingen van de Guyanese bestuurders om het toerisme in hun nog zo arme land te bevorderen. Ook nu al wordt dit fort bezocht door de bewoners van het land en de nog weinige toeristen. Het kerkje op Forteiland Kort nadat het Fort Zeelandia op Forteiland gebouwd was besloot men er, behalve vele andere gebouwen, ook een kerkje te bouwen. Nu, na 250 jaar, is dit het enige gebouwtje dat nog aanwezig is. Het is 31 meter lang en 11 meter breed. Het is verdeeld in drie vertrekken, waarvan het middelste het grootst is. In de vloer liggen drie grafzerken, waarvan de teksten nog goed leesbaar zijn. Hier werden enige personen begraven die in de tweede helft van de 18de eeuw in dienst waren van de Kamer Zeeland van de WIC. Het gebouw deed tot voor kort nog dienst als school en kerk. Nu is het in een zodanige staat dat het daarvoor niet meer gebruikt kan worden. Naast het vernieuwen van de deuren en luiken, dient ook het dak waterdicht gemaakt te worden. Om nu iets terug te doen zouden de Walcherse gemeenten Middelburg, Vlissingen en Veere. maar ook de Provincie Zeeland betrokken kunnen worden bij de restauratie van dit Zeeuwse historische bouwwerkje overzee. Alom wordt gesproken over ons nationaal erfgoed en de zorg voor onze monumenten. Hier. in het verre, vergeten en arme Guyana, bevindt zich óók een Zeeuws monumentje dat tegen geringe kosten weer 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 6