Het kerkje op Forteiland dat wellicht met behulp van de Walcherse steden en de Provincie Zeeland zal worden gerestaureerd bruikbaar gemaakt kan worden als schooltje en kerk. Genoemde Walcherse steden en de Provincie Zeeland waren naast de WIC zeer betrokken bij de kolonie Essequibo.7 Per brief zijn bovengenoemde overheden inmiddels benaderd met een verzoek de gelden beschikbaar te stellen om deze restauratie uit te voeren. *De schrijver van dit artikel deed in opdracht van de Stichting Menno van Coehoorn een onderzoek naar de Nederlandse (Zeeuwse) forten en fortrestanten in Guyana. Noten 1Roos 1992. 78 e.v. 2. klem. 82 e.v. 3. In een volgend nummer van dit blad ruime aandacht voor dit 'Fort Kijkoveral', dat nog altijd met enige mystiek is omgeven. 4. De Villiers 1927, 229. 5. Meilink-Roelofsz 1961/1962. 6. 1 ijdens mijn onderzoek in Guyana werden deze stukken in genoemd archief door de archivaris Ivor Rodrigues getoond. Een inventarisatie van de stukken kwam in mijn bezit en werd later aan het Rijksarchief in Zeeland (Middelburg) en het Algemeen Rijksarchief (Den Haag) aangeboden. In mei 1996 werd een groot aantal archiefdozen door het Rijksarchief in Zeeland aan het archief in Georgetown geschonken. 7. Roos 1992. 29 e.v.. bijlage 1. Literatuur M.A.P. Meilink-Roelofsz, 'Archivalia betreffende de voormalige Nederlandse koloniën Essequibo. Demarary en Berbice in het Public Record Office te Londen', Nieuwe West-Indische Gids 41 1961 62), 127-140. P.M. Netscher, Geschiedenis van de koloniën Essequibo, Demarary en Berbice ('s Gravenhage 1888). L.R. Priester. De Nederlandse houding ten aanzien van de slavenhandel en slavernij, 1596-1863 (Middelburg 1987). D. Roos. Zeeuwen en de Westindische Compagnie (Hulst 1992). D. Roos, Nederlandse forten in Guyana, verslag van een verkennend onderzoek naar Zeeuwse forten en fortrestanten in voormalig Brits-Guyana (rapport, 1996). J.A.J. Villiers, Storm van 's Gravesande: zijn werk en zijn leven (uitg. Van Linschoten Vereniging, 's- Gravenhage 1927). 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 7