Het in de beerput aangetroffen aardewerk, baksteen en zalfsteentje. bevindt zich eveneens gevlamd rossig leemglazuur; op de rand een rozetje. Van rood aardewerk zijn fragmenten gevonden behorend tot waterkannen, borden, grapen (kookpotten) en ander keukengerei. Redelijk complete objecten zijn een tweetal kookpotten, een gaaf plat bakje met steel, een platte bakpan, een kom en een z.g. drinkuyt. Dit is een hoge beker met een kleine voet, welke praktisch niet kon staan; men was gedwongen de beker eerst leeg te drinken voor hij omgekeerd op tafel kon worden gezet. In de put werd behalve aardewerk nog een viertal fragmenten van daktegels, een daklei en een bijzonder gevormde baksteen aangetroffen. De laatste meet 24,5 x (vermoedelijk) 12 x 5,5 cm. In de lange kant zijn twee half cirkelvormige gedeelten weggehouwen, zodat in het midden een puntvormig uitsteeksel ontstond. Mogelijk was de baksteen onderdeel van een sierrand. Behalve aardewerk is verder een hoeveelheid dierenbotten gevonden. De diversiteit van het materiaal is groot. Het gaat om resten van de landbouw-zoogdieren rund, schaap of geit en varken, om klein jachtwild, oesters, pluimvee en gevogelte. Het is een combinatie van slacht- en maaltijdafval. Het meest opmerkelijk zijn resten van zwaan en pauw. Vooral de laatste soort wordt zelden aangetroffen. Waarschijnlijk hebben we te maken met uit middeleeuwse kookboeken bekende culinaire pronkstukken. Hierbij werden pauwen en zwanen zo bereid dat ze compleet met kop, hals en vleugels of staart opgediend konden worden. De aanwezigheid van deze soorten is een duidelijke aanwijzing dat we hier te maken hebben met het keukenafval van vooraanstaande lieden.'3 Behalve de voedselresten past ook een in de put gevonden zalfsteentje in dit beeld van welstand. (Zalfsteentjes, die al bekend zijn uit de Romeinse tijd, werden door de beter gesitueerde dames gebruikt bij het mengen en opbrengen van schoonheid bevorderende zalf of crème.) Het overig vondstmateriaal wijst niet ondubbelzinnig op een rijke huishouding, getuige bijvoorbeeld het ontbreken van vroeg majolica en glas. Datering van de vondsten in het begin van de vijftiende eeuw lijkt het meest aannemelijk. Reconstructie niet mogelijk Een verantwoorde reconstructie van het kasteel op grond van de thans aangetroffen resten is helaas niet mogelijk. De teruggevonden toren vormt ongetwijfeld een hoek van een mogelijk vierkante ommuring, waarbinnen zich meerdere gebouwen bevonden. Hopelijk komen in de toekomst nog delen van het kasteel van onder het slib te voorschijn. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1996 | | pagina 10