dkr Gereformeerdeâ„¢ .Zeeland. r wechghenomen worden, opdat Hy oock Hem een kercke soude versameien...' KKRKELTKEHI.<TORIEenKKKK.BKISTIEK- v i J v! 'i i r m Omm -J. Zegels der Synode van Zeeland, 1580, en van de classis Walcheren, 7604. Lakafdruk van het zegel der Classis Schouwen predikanten dat in 1578 op dit eiland neerstreek, kwam daar niet op goed geluk, maar was voorzien van een aanbevelingsbrief van de Staten van Zeeland: of de overheden van Goes en Zuid-Beveland maar alle hulp wilden geven aan deze dienaren des Woords en alle eventuele tegenkanting wilden doen cesseren' (=ophouden). Dit betekende niets meer of minder dan dat van nu af aan de Hervorming officieel op Zuid-Beveland werd ingevoerd. Het actaboek van Zuid-Beveland herinnert hieraan door een hooggestemde lofprijzing Gods. Op de eerste bladzijde staat o.m. het volgende te lezen: Eyndelinghe soo heeft het Hem oock belieft in desen tyt, namelick binnen de maendt van september 1578. in den eylande van Zuydtbeverlandt. dat syn Woordt openbaerlick soude ghepredickt worden ende de Roomscbe afgoderie Zo vlot liep het echter niet met de voortgang van de Hervorming op Zuid-Beveland. De katholieke bevolking bleek gehecht aan haar kerk; wat men in het Gereformeerde jargon van die tijd de 'Roomse afgoderij' noemde, was niet zo gemakkelijk te verdrijven. De katholieke ambachtsheren en hun kerkmeesters bleven in functie; men had ook te kampen met nogal wat lijdelijk verzet, zoals verstoringen van de hervormde godsdienstoefeningen, bijvoorbeeld door scheldpartijen vanaf het kerkhof. De overheid kwam nu de Hervormden te hulp. Dr. Scherft heeft in een artikel uit 19813 aannemelijk gemaakt dat het vooral op aandrang van de classis Zuid- Beveland was, dat de Staten van Zeeland in 1583 een tweetal plakkaten uitvaardigden ter ondersteuning van het hervormingsproces: de ordonnantie van politie met tal van bepalingen betreffende de huwelijkswetgeving en de openbare orde en daarnaast de schoolordonnantie. Beide plakkaten zijn van grote invloed geweest op de voortgang van de Hervorming. Maar het voordeel van de schoolordonnantie was dat het onderwijs daarin onder het gezag van de kerk werd geplaatst, terwijl men voor de handhaving van de ordonnantie van politie op de medewerking van plaatselijke overheidsfunctionarissen aangewezen was. De schoolordonnantie bepaalde 'dat de jeugd moest worden voorzien van welgeleerde, verstandige en godvrezende leermeesters, en geweerd moesten worden diegenen die anders wilden leren dan in de gereformeerde kerken gepredikt werd'De classes kregen de bevoegdheid om de schoolmeesters te examineren, aan te stellen, maar ook te waarschuwen en zo nodig te ontslaan. En in dit laatste geval werden in hun plaats gereformeerde meesters aangetrokken. Beide actaboeken bevatten tal van vermeldingen in deze zin. In het verslag van de examens lees je telkens dat de meesters een proeve van hun schrijf- en leesvaardigheid moesten afleggen. Dit laatste vermoedelijk omdat ze ook als voorlezers in de kerk moesten optreden. Schoolmeesters waren ook voorzangers en soms kosters of traden op als ziekentroosters in een gemeente waar men nog geen predikant kon beroepen. Ik vermoed dat de schoolmeesters van zeer grote betekenis geweest zijn voor de groei van de Hervormde kerk; ook de godsdienstige opvoeding van de jeugd kwam immers voor hun rekening. t** y J J 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1996 | | pagina 13