OVER BOEKEN Breskens, Domburg - en 97 andere plaatsen 'Verzamelaars zijn er in vele soorten en maten,' schrijven Henk Hendrikse en Sjaak Fenijn in het voorwoord van hun Groeten uit Breskens: 900 prent briefkaarten en fotokaarten van Bres kens (Vlissingen: ADZ, 1995; 155 biz., 41,95). Met hun publikatie bedienen ze echter ook niet-verzame- laars. Want wie meent dat Groeten uit Breskens het zoveelste lokale fotoboekje met ansichten en obligate schoolfoto's uit de oude doos is, heeft het grondig mis. Het boek biedt naast een vloed van prent- en foto kaarten veel tekst: o.a. een artikel over de geschiedenis van deze kaarten, veel historisch-topografische informa tie over Breskens, een boeiend ego document van Bram Vergouwe getiteld 'Een Bressiaander in de Tweede Wereld oorlog' en een artikel over de weder opbouw. Heel verhelderend zijn diver se plattegronden van de kern Bres kens in verschillende jaren en een drietal luchtfoto's uit 1947. De vorm geving en vele schitterende afbeel dingen in kleur laten over het vak manschap dat bij Uitgeverij ADZ en vormgevers Gerestein en Van Broek hoven voorhanden is geen twijfel be staan. En als Breskens u koud laat? Dan kunt u in het boek genieten van een uitgebreid fotografisch overzicht van de diverse veerboten die tussen 1903 en 1938 de verbinding met Vlis singen onderhielden.... Heel andere koek wordt aangesneden in Domburqse ver'aelen van Kees Maas (Goes: De Koperen Tuin, 1995; 72 blz., 49,90). De auteur 1893— 1985) schreef in dialect zijn herin neringen op aan de periode waarin Domburg zich tot een internationaal kuuroord ontwikkelde, terwijl onder de werkende bevolking nog bittere armoede heerste. Mezger, Toorop en andere prominenten worden door Maas in een heel ander licht gezet dan we gewend zijn uit de gebruikelijke 'hagiografieën'. In de vaak koldereske schelmenverhalen van Maas blijken het ook maar gewone mensen te zijn. Pier van Jille, een bekend model van Toorop, zegt over de schilder: 'Ie ei me verschillende keren een portret beloofd mè 'k ebbe 't nooit haod oor.' We treffen verhalen over de huis- slacht, een mislukte poging tot vlie gen, kermisvertier, scheerwinkel, kroeg en kerk, werken op het land en in de werkplaats - dat alles ruim geillustreerd met historische foto's van Domburg en nai'eve tekeningen en schilderijen van Kees Maas. Dit dialectboek wijkt tamelijk - en in gunstige zin - af van wat in dit genre gebruikelijk is. Maas verwijlt in zijn verhalen nogal eens bij de jacht op een borrel en slordigheid ten aanzien van de huwelijksmoraal, maar vervalt niet tot vervelens toe in gedateerde toespelingen waarvan we tegenwoordig alleen moeten geeuwen. Zijn Domburqse ver'aelen zijn niet suf en oubollig, maar wekken dode mensen en vergeten toestanden tot leven. Vertellen kón Maas, en gevoel voor humor had hij ook. Van Aardenburq tot Zonnemaire reizen we in het gelijknamige boek van L. van Driel en A. Steketee (Vlissingen: ADZ, 1995; 252 blz., f 39,95) Gedurende twee jaar verscheen in de maandageditie van de PZC een reeks artikelen over Zeeuwse plaats namen van de auteurs. Die rubriek vond een gunstig onthaal, zoals dat heet; daarom werd van de hier en daar aangepaste artikelen dit boek gemaakt. In 99 hoofdstukjes verne men we heel veel, maar natuurlijk lang niet alles over de Zeeuwse toponymie. Journalistieke flair kan de auteurs niet worden ontzegd; nu en dan bewandelen ze ook onbekom merd zijpaden die met de plaats- naamkunde weinig van doen hebben. Dat is geen bezwaar voor een werk dat zo duidelijk als een echt 'leesboek' is bedoeld. Steekproefs gewijs heb ik ondervonden dat ook geen consequentie is nagestreefd in het al of niet behandelen van zekere aspecten van de Zeeuwse toponymie. Ten aanzien van legendarische naams verklaringen zag ik o.a. dat bij 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1996 | | pagina 28