V Met alle beschikbare menskracht werd er gegraven liet onderzoek Het onderzoek van de fundering werd bemoeilijkt door de ligging aan een uitwateringsgeul met een slappe vulling van zand en klei. Tijdens het kamp van de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland (AWN) van 9 t/m 15 juli 1995, waarin het onderzoek van het oostelijk gedeelte van het dorp centraal stond, werd besloten enkele dagen te besteden aan het kasteel. Onder leiding van Henk Hendrikse van het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten te Middelburg (PDB) lukte het om de gevonden fundering van de toren en aansluitend een naar twee richtingen lopende muur gedeeltelijk schoon te maken. Het ongeveer in noordeiijke richting lopende muurfragment eindigde in een vierkante put gevuld met beer. Uit deze put konden diverse stukken aardewerk en bot worden geborgen. Zaterdag 15 juli werd door A. Bonnema en J. van Oostveen, beiden deelnemer aan het AWN-kamp, het kasteel voorlopig opgemeten en ingetekend.6 Enkele weken later werd onder leiding van drs. E. Vreenegoor, provinciaal archeoloog, opnieuw een poging gewaagd wat meer van het kasteel aan de weet te komen. Het oorspronkelijke plan om met een brandspuit de dikke slibiaag te verwijderen kon niet worden uitgevoerd, omdat er geen ponton beschikbaar was om de spuit aan te voeren. Er werd daarom met alle aanwezige menskracht een poging gewaagd de muurresten aan het weerbarstige slib te ontfutselen. Door het steeds terugspoelende slib werd dit een waar modderfestijn. Desondanks lukte het toch om de twee eerder gevonden muren een flink aantal meters verder te volgen, tot ze diep in het slib wegdoken. Nog een gedeelte van een zijmuur "A Het opgegraven fundament. 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1996 | | pagina 6