gebied tussen Maas. Kijn en Moezel hadden leeggestroopt. Er wordt ook nog melding gemaakt van een Vikingkamp te llaslao (Asselt bij Roermond). Men moet zich die Vikingoperatie voorstellen in golven van verschillende groepen die soms gelijktijdig her en der plundertochten ondernamen: ongecoördineerd maar wel solidair met elkaar. In 870-930 koloniseerden zij IJsland, later Groenland! Maar nu dichter bij huis, heel dichtbij! Ontvolking In zijn boek Zuid-Beveland (1971), p. 57, schrijft C. Dekker: 'Enkele teksten wijzen uit dat er ook na hel midden van de 9de eeuw nog Denen in Zeeland verbleven die zicli als piraten gedroegen'en hij citeert Folcuin. die in Gesla Abbatum Lobiensium (geschiedenis van de Leuvense abten) over de Noormannen in de late 9de eeuw verhaalt: 'hoewel zij in die streken alles ontvolkten (de-populari ont-volkten), toch gaven het meest zij die de oevers van de Schelde hadden bezet hun razernij allengs op debacchariuitrazen: liet imperfectum is duratief), aangezien hun zeer gunstige (of geliefde) vloot basis (statio naviurn) hen daar tot blijvers continuus aanhoudend, voortdurend) had gemaakt, hetzij om te overwinteren, hetzij om welk oorlogsgevaar ook af te wenden'Natuurlijk betrof het geen permanente bezetting, maar we mogen wel aannemen dat zij een periode van vijf jaren hier hebben gebivakkeerd. Folcuin spreekt ook over beide Schelde- oevers, zowel op Walcheren als op Schouwen. En dan van een vlootbasis waar zij voor elke aanval beveiligd zouden zijn. Als hier niet de besproken ringwalburgen zijn bedoeld, waar hebben die overwinteringsbases dan wel gelegen? De Noormannen hadden direct belang bij deze bases, niet de bevolking, want die was al verjaagd en de streek ontvolkt. De datering van Folcuin klopt met de datering van het hout der palen. Van lleeringen stelt zelf in het genoemde boek de vraag 'of er wel daadwerkelijk is geschuild legen een Vikingaanval'Nee dus. Hoe zouden de boeren zicli en hun vee in veiligheid hebben kunnen brengen in een burg vlakbij een landingsplaats waar Vikingen snel en onverhoeds hun slag konden slaan? Dat zou de hongerige Vikingen na hun tocht over zee juist de schapenbouten aanbieden: en zulk een burg in Karolingische handen zou een constante militaire bezetting vereisen (die er trouwens niet was). Een afgeslagen Vikingaanval op één der burgen zou bovendien met triomf zijn vermeld in een kroniek. Over de burgen langs de Vlaamse kust zwijgt Folcuin. Daar was immers een krachtig en zelfstandig graafschap Vlaanderen in opkomst onder Boude wijn II (879 - 918); een totaal andere politieke en militaire situatie dan in Zeeland. Dat de frappant gelijkvormige Deense borgen zijn 'afgekeken' van de Zeeuwse burgen (aldus de Deense opvatting), alleen omdat de datering van de palen daar een eeuw jonger aangeeft dan de palen hier, kan ik niet serieus nemen. De oude palen waren na een eeuw vergaan en vervangen door nieuwe, zoals wel meer verwaarloosde versterkingen na verloop van tijd weer worden opgelapt. Aan het bericht van Folcuin schenkt lienderikx slechts marginale aandacht; C. Dekker citeert het bericht wel in het Latijn, maar vertaalt het niet. Volgens mij een gemiste kans. De Zeeuwse ringwalburgen zijn wel in de tijd der Karolingen maar niet door hen aangelegd, maar door Noormannen. Noot I. R.M. van Heeringen. P.A. Henderikx en A. Maïs (red.), Vroeg-Middeleeuwse ringwalburgen in Zeeland (Goes 1995). 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1996 | | pagina 12