Suze Proos en Rika (links) aan het strand te Domburg ca. 1903. sen waren zij waarschijnlijk de meest belangrijke. Het waren: a. Haar moeder met haar vriendinnen; b. De Vereniging voor Vrouwelijke Studenten in Leiden (VVSL) c. De Vereniging van Vrouwen met Academische Opleiding (WAO) d. De Soroptimisten Mijns inziens heeft de VVSL het meest bijgedragen aan de vorming van Rika. Zij ging in 1905 naar Leiden om daar aan de Literaire Faculteit te gaan stu deren (Nederlands en Geschiedenis) en werd lid van de VVSL. De nog zeer kleine groep studerende meisjes wilde een volwaardige plaats op de Universiteit naast de mannen. Door dit gezamenlijk streven ontstond er een grote saamhorigheid en werden er vriendschappen voor het leven gesloten. Voor Rika was dit zeer be langrijk daar zij wegens de lange af stand niet vaak naar huis kon; de 'club' gaf een zekere geborgenheid. Ook op de gezelligheid werd nadruk gelegd. De opvatting dat men door een zeker mannelijk gedrag de gelijkheid kon afdwingen maakte plaats voor een heel ander en waarschijnlijk veel doelmati ger idee: men legde meer de nadruk op de typisch vrouwelijke eigenschap pen van gezelligheid scheppen en net te kleding dragen. De vrouwen werden sneller geaccepteerd als studerende vrouw dan als studerende imitatie man Hendrika C. M. Chijsen temidden van haar medestudenten, ca. 1907. (Een regel van het Clublied der Utrecht se Vrouwelijke Studenten Vereniging luidt: 'De club is een bron van ge zelligheid Rika had heel goede jaren bij de VVSL, waarvan zij zelfs bestuurslid werd. De doelstelling voor gestudeerde vrou wen in die tijd was niet op de eerste plaats het verwerven van een baan maar meer het in dienst van de gemeen schap stellen van de verworven weten schap en kennis. Na twee mislukte sollicitaties vertrok Rika weer naar Zeeland en besloot daar voor zich zelf te gaan werken in haar ouderlijk huis, waardoor zij tevens voor haar inmiddels hulpbehoevende moeder kon zorgen. Vermeld moet wel worden dat zij voldoende geld had geërfd van haar vader om niet te hoeven werken! In die tijd deed Rika veel cultuur historisch onderzoek, o.a. naar het reeds eerder genoemde leven van Wolff en Deken en daarnaast ook naar het leven van Anna Maria van Schuui man (1607-1678). Zij schreef hierover een zeer opmerkelijk artikel. Verder werd zij lid van de WAO en van de Soroptimisten waardoor zij het contact met andere vrouwen en studierichtingen niet verloor. Maar toch was dit alles voor haar niet voldoende levensvervulling en met veel genoegen zei zij dan ook ja, toen Prof. Van Ginneken uit Nij megen vroeg of ze mee wilde werken aan een Woordenboek der Zeeuwse 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1996 | | pagina 28