noemd)
17. Kent u de 'filosoof, een ovenschotel?
ZB (Ktg); Phi (Aj; Phi)
18. Kent u het beschreven gerecht met bruine bonen?
ZVW (Obg; zonder aardappelen en spek, of met stroop en spek); ZB (Ewd: zonder
aardappelen, met appelmoes; Hkz: brune bóónen mie spek: llrh: zonder appels, wel met
stroop); NB (Ks: brune bóónen mee spek, zonder appels); SchD (Dsr: brune bóónen mil spek
en stropeNwk); T (Ovm: brune bóónenPo: zoete appeltjes en bruine bonen zijn aparte
gerechten; Scherp: brune bóónen. zonder appels; Svn); Phi (Aj; Phi)
19. Welke gerechten met bruine bonen, tuinbonen of kapucijners kent u nog?
witte bonen en snijbonen met boter T (Po); witte bonen met zure botersaus en bruine suiker
LvA (Ax); T (Svn: zonder suiker); witte boontjes mie beutersause en petaoten ZB (Hrh: op
vriedag as mirregmael en op quatertemperdagen'); witte bóónen mie suker ZB (Dw/Ovz;
Hrh); witte bonen met boter en suiker T (Po: nagerecht); bruine bonen met boter en suiker:
W (Kod; Osb: ook met stroop): ZB (Wolf: mie beutersause i.p.v. beuter, nagerecht); bruine
bonen met stroopsaus/brune bóónen mie stroop: ZVO-zd (Zdp); ZB (Hkz; Hrh: dit is een
nagerecht); SchD (Nwk: brunen bóónen mè strope en uutgebakke spekjes: Rns: brune bóónen
mit spekjes en jus en strope: Zr: brune bóónen nat spek en stropeT (Ovm; Po: brune
bónen met stroop en spek): GOfl (Odp: brune bóónen mit strope en spekvetbruneböónen-
soep LvA (Ax); W (Osb: mee rookwoste); ZB (Ewd: met brood en verse worst); roomse
bonen (tuinbonen) met aardappels en een melksausje T (Tin); brune bonen met spekjes en
strope GOfl (Dl).
Opmerkingen: volgens Osb waren 'paerebóónen bêêst-eten' en volgens Wolf 'wiere are
böönen as brune bóónen nie egete'.
20. Kent u 'ovenkost'
ovenkost SchD (Dsr); Phi (Phi) ovenscheutel W (Kod); ovenschuttel NB (Ks: zonder appels
en mee bovenop gerapste kaes)
21a. Kent u beutersause?
beutersause ZVW (Obg: nooit met margarine); W (Osb); ZB (Dw/Ovz; Ewd; Ha; Hkz; Hrh:
ieder vrijdag en de gehele vastentijd m.u.v. zondag bij katholieken; Gpol; Kn; Kpl; Ktg;
Wolf: mie aardappelmeel kreeg je 'eldere sause, mie mezena wier 't wit); botersaus(e) LvA
(Ax); ZVO-zd (Cg: Kw; Zdp: bottersause): buttersause NB (Col; Ks); SchD (Bwh: geen
zure botersaus; Dsr; Nwk; Rns; Zr); T (Anl; Ovm; Po; Scherp; Svn; Tin); Phi (Aj; Phi);
GOfl (Odp: buttersaus): mee beuter W (Kod); brune beuter W (Kod); GOfl (Dl).
Opmerkingen: de meeste inzenders wijzen op het eventuele gebruik van maizena als tim
per/temper (bindmiddel, deze woorden zijn enkele malen genoemd).
21b. Kent u eiersause?
eiersause ZVW (Obg): LvA (Ax); W (Kod: bijv. bij aardappels en bloemkool); ZB
(Dw/Ovz: Ha; Hkz; Hrh; Gpol); NB (Col; Ks); SchD (Dsr: zure eiersause is hetzelfde als de
onder vraag 15 genoemde plaetjessause, gebruikt bij prei en kabeljauw; Rns: met één ei); T
(Anl; Tin: ook zure sause): Phi (Aj; Phi); eirensaus ZVO-zd (Cg; Kw: bij gekookte kip,
kalkoen of ossetong)
22. Kent u het genoemde gerecht met droge vis (gedroogde scharretjes)?
dróóge vis ZB (Dw/Ovz; Ewd: met rijst i.p.v. aardappelen; Ha: vis werd op de aardappelen
gelegd om zo mee te koken; Hkz: ook petaoten mie dróóge vis): SchD (Dsr); T (Anl: zonder
erwten); Phi (Phi: ook dróóge scholle): stokvis (dus het genoemde gerecht met stokvis i.p.v.
droge vis): W (Osb: op zondag wier d'r èrrepels-riest-en-stokvis gegete); ZB (Hrh; Wolf: zó
47