DE MOFFENSCHANS VAN PETRUS IIONDIUS (III)
Ronald Rijkse
eli
elondica in
oudeJËÊ
fboeken
In de vorige aflevering zijn we met Hondius een wandeling begonnen door zijn tuin op het
buitengoed De Moffenschans bij Terneuzen, zoals beschreven in zijn in 1621 verschenen boek
Dapes inemptae. Of de Moufe-schans, dat is, De soeticheyt des buyten-levens, Vergheselscltapt
met de Boucken. Afgedeelt in X gangen. We lieten hem toen achter in zijn bloementuin, maar
treffen hem nu in zijn moestuin aan. We lopen met hem verder.
Moes-cruyden (gang 4)
In een ander 'hof quartier' bevindt zich de
moestuin. Hier groeien alle kruiden die in de
keuken gebruikt worden in een verrassend
grote verscheidenheid. Van over de hele we
reld worden hem planten en kruiden toegezon
den:
Heel Europa is te cleene/Om in mijnen Hof te
staen.
Christenrijck is te gemeene/Om mijn oogen
gae te slaen.
Barbarijen in tgeheel/Geeft tot mijnen Hof
haer deel:
Soo doen mede van 's gelijcken/Al de custen
van Afriken.
Watter by den Indianen/Oosterwaerts is van
bedijen
Watter by d'Aniericanen/ln het Westen wen
gesien
Dat de lucht van Nederland/Can verdragen
hier geplant
Wert ter Neusen t 'aller stonden/In mijn Hof
bij een gevonden:
Op een step wech buy ten Stede/In een houck
gewonnen lants
Van der Neusen maer een schrede/Buyten op
de Moufe-schans.
De moestuin is ook in bedden verdeeld. Er
zijn er veel met 'saladen en latouen'
(latuw sla); de bedden met soorten die
'ongemeen' zijn liggen 'voren aen'. Andere
kroppen staan 'wijtgespreyt aan alle wegen'.
Ook de andijvie, hier indivie genaamd,
ontbrak niet; hij kreeg hiervan zaad uit Italië.
De spinazie kon hem echter niet zo bekoren:
(Jijt mijn Hoff ick jaerlickx ban/Alsoo veel ick
bannen can
Smalle blaren van Spenagie/Cleyn profijt voor
de menagie.
Rode en gele wortelvruchten worden er ook
gekweekt 'wonder dienstich alle gangen/Om
den hutspot te verlangen'. Er zijn drie. vier
bedden met 'suycker peen' en velden vol met
witte en rode 'aiuynen' en 'roo coroten'. Ook
kolen zijn aanwezig, meestal als voer voor de
beesten, want 'Savoyen maer alleen/Met een
Coolken root en cleen/Ende Bloem-cool op
der trouwen/Wert voor onsen dis gehouwen'.
Van de rapen staan alleen de 'nouveeuwen' in
de moestuin; andere soorten staan 'op de
velden'.
In het westen zijn bedden met peulvruchten
zoals 'Turksche boonen sonder schellen'.
Aardig is wat Hondius zegt over de maïs of
de 'Turcksche tarwe' zoals hij het noemt. Hij
schijnt deze trouwens op de Moffenschans als
eerste hier te lande gekweekt te hebben:
Ander bedden neffens aen/Vol beplant met
tarwe staen
Die de Turcken meest behagen/En naer haer
den name dragen:
Onderscheyden oock ter degen/In coleuren
minst en meest
Die my t' samen zijn vercregen/Van mijn
broeder aldereest:
Uyt Afriken af gebracht/In mijn Hof van my
geacht
Om het loof en groote aren/Die sv in haer
loof bewaren:
Daer de granen vol van bloeme/Menichfout
het Seusche graen
Met goe reden over roemem/Daer ons velt met
is belaen.
Met dees tarwe van Turckijen/Sou men hem
wel connen lijen
Waer of tbroot niet om verstoot en/Schijnt
van evers over gooten:
En de Wafels hooch gepresen/Sonder moeyte
of rosten groot
Schijnen vry wat weert te wesen/Daer de vrint
zy op genoot.
Ook vinden we er vijf. zes bedden met asper
ges 'die met schaep mes out gewonnen/over
goten niet en connen/malser ende dicker we-
sen'. In een ander gedeelte vinden we 'back-
cruyt'. 'vleescruyt' en 'vaescruyt'. Het
grootste gedeelte van het 'cruytgeweste' is
voor de aardbeien - de 'eert-besyen', 'beyers'
of 'freynsen' genoemd. Voor de liefhebber is
er 'den wegli breet' daarvandaan 'een
Radijsken uyt te trecken/Om nieuw appetijt te
wecken'. 'Vooren in een doncker pant' staan
4