GODEBERT EN DE ZONNEMARES
lets over Zeeland in de vroege Middeleeuwen
K. Kareis
Er zijn op historisch gebied opvattingen die we in alle publicaties aantreffen, ook de meest
recente, en die daardoor de indruk wekken dat ze juist zijn. Vaak zijn ze dat ook. Soms echter
pakt het anders uit, dan blijkt bij onderzoek dat het om een misvatting gaat die door A is
bedacht en door achtereenvolgens B, C, D enzovoort in goed vertrouwen is overgenomen, en
soms tevens gebruikt is om weer andere opvattingen te staven. Bij mijn gesnuffel in het verre
verleden kom ik wel eens van die algemeen aanvaarde ideeën tegen waarbij ik een vraagteken
moet zetten. Dit artikel gaat over zo'n idee, namelijk de geografische context van de oudst
bekende oorkonde over Zeeland. Ik hoop met mijn bijdrage wat twijfel te zaaien, daar waar tot
nog toe slechts zekerheid lijkt te bestaan.
De oudst bekende oorkonde over Zeeland
vermeldt de schenking in 776 door een zekere
Godebert aan de kersverse Duitse abdij
Lorsch van een horige hoeve met dito
boerengezin, plus wat daarbij behoort, te
weten land, een kerk en 17 zoutpannen. De
originele oorkonden betreffende de duizenden
aan de abdij gedane schenkingen zijn niet
bewaard gebleven, maar gelukkig kennen we
globaal hun inhoud doordat monniken van de
abdij die inhoud verkort hebben vastgelegd in
de 'Codex van Lorsch'. Die bestaat uit de
Kroniek van 1170/75 en het Kopieboek van
1183/95. De eerste bevat slechts de pauselijke
en koninklijke/keizerlijke oorkonden plus een
aantal belangrijke schenkingen door
particulieren ('Privaturkunden'). terwijl het
laatste alle Privaturkunden weergeeft;
zodoende hebben we 2 vermeldingen van
Godeberts goede daad. De Latijnse tekst van
de Codex is uitgeven door Glöckner, aan
Minst danken we de Duitse vertaling, en van
Haubrichs is er een artikel over de Codex als
bron van vroegmiddeleeuwse
nederzettingsnamen. Uit wat we bij Glöckner
(dl. I, 380) vinden inzake Godeberts gift
blijkt, dat beide vermeldingen niet
gelijkluidend zijn. In het algemeen vullen ze
elkaar aan, maar tegenspraak is er m.b.t. de
lokatie van het geschonkene. Met weinig jaren
tijdsverschil hebben de monniken uit één en
dezelfde originele oorkonde de naam van de
betreffende villa domein) overgeschreven
als iets wat lijkt op Maudacoresp.
'Wudarres ambachte'Dit verschilt zoveel dat
het origineel op dit punt kennelijk praktisch
onleesbaar is geweest. Bijgevolg kunnen we
bij het lokaliseren slechts gebruik maken van
de vermelde omringende wateren van de villa,
namelijk Scald, Sunnonmeri en Gusaha.
Algemene ideeën
Nu kom ik aan de 'algemeen aanvaarde
ideeën' waarover ik het in de aanhef van dit
artikel had, want vanwege die wateren zocht
in de 19de eeuw iedereen' het geschonkene op
de Bevelanden, dit i.v.m. de Gusaha, de
Goes-ee, die men zag als de kreek waaraan
Goes is ontstaan; men aanvaardde daarbij dat
een Sunnonmeri daar in de omgeving niet te
vinden was. In 1899 keerde het tij2 en van dan
af houdt men het bijna algemeen op Schouwen
of omgeving, dit vanwege de in 1401 tot
polder en dorp Zonnemaire getransformeerde
gelijknamige (ook door een deel van Flakkee
lopende3) zeearm; op zijn beurt was hier dan
weer geen Gusaha te vinden. Ik zeg 'bijna
algemeen' omdat er in de 20ste eeuw enkele
schrijvers waren met andere, duidelijk
onjuiste ideeën. Ten eerste wilde Muller4 in
1915 de kool en de geit sparen, alias
3