MEDEDELINGEN VAN DE WERKGROEP HISTORIE EN ARCHEOLOGIE In memoriam P.J. BRAND Op 24 mei 1996 overleed in het streek ziekenhuis 'de Honte' te Hulst ons zeer gewaardeerd en gezien lid Pieter Joseph Brand op de hoge leeftijd van 93 jaar. Brand behoorde tot de mede oprichters van onze werkgroep waarvan hij ook lange tijd bestuurslid is ge weest. Het is wel ieder bekend dat de oud-wethouder voor Cultuur en Welzijnszorg van Hulst (1958-1974) op velerlei gebied een buitengewoon actief leven heeft geleid, waarvan gelukkig veel door boek, geschriften en monumenten voor altijd bewaard zal blijven. Zijn levenswerk is het 560 bladzijden tellende boek De Ge- schiedenis van Hulst waaraan hij ja renlang intensief heeft gewerkt en waarvoor hij veel speurtochten in bin nen- en buitenland moest maken om archieven en bibliotheken te raad plegen. Bij het verschijnen van zijn boek in 1972 werd hem tijdens een buitengewone raadsvergadering het ereburgerschap van de gemeente Hulst aangeboden, een onderscheiding die de geboren en getogen Hulstenaar de mooiste van zijn leven noemde. Brand heeft ook veel kleinere publi caties over stad en land van Hulst geschreven o.a. in de Jaarboeken van de Oudheidkundige Kring "De Vier Ambachten"; van deze Kring was hij van 1962 tot 1981 voorzitter (vanaf 1956 bestuurslid) en in 1981 erevoorzitter, begiftigd met de ere penning van de Kring. Het was een idee van Brand delen van de vervallen vestingwerken van Hulst weer op te bouwen. Veel bekendheid verwierf hij door de ontgraving van de 16de- eeuwse 'Land- en Waterpoort'! Dobbele Poort') bij het Brederodebolwerk in 1 956 en latere jaren. Voor zijn grote verdiensten voor de vestingstad Hulst werd hem door de Stichting Menno van Coehoorn op 14 juni 1980 het Coe- hoornmortier 1980 toegekend. Op 17 december 1975 ontving Brand de ere penning van het Nationaal Comité iYio- numentenjaar 1975. Voor zijn werk op wetenschappelijk en cultureel ge bied werd hij op 29 april benoemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau en op 15 augustus 1980 tot ridder in de orde van Sint-Sylvester vanwege zijn persoonlijke verdienste voor kerk en gemeenschap. Hij vervulde zeer actief verscheidene correspon dentschappen, zoals die voor de Rijks dienst voor de Monumentenzorg, de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek en de Stichting Menno van Coehoorn. Zijn culturele belang stelling beperkte zich niet tot zijn eigen streek, maar betrof geheel Zee land en Vlaanderen. Brand werd in 1941 benoemd op het Arbeidsbureau in Hulst. Van daaruit was hij actief in het verzet. Na de bevrijding van Zeeuws-Vlaanderen werd hem het ver- zetsherdenkingskruis verleend. Vanaf 1944 tot aan zijn pensionerering in 1968 was hij directeur van het geweste lijk Arbeidsbureau te Hulst en mede vanuit die functie kon hij gemakkelijk invloed uitoefenen op verschillende werkverschaffingsobjecten zoals de ontgraving van de Dobbele Poort. Brand kon overal veel gedaan krijgen door zijn sympathieke manier van op treden en zijn grote bekendheid in Zeeland en ver daarbuiten. We denken met grote dankbaarheid aan de hulp en vriendschap van Piet Brand terug. Jan Trimpe Burger Erratum afl. 107 In afl. 107, pag25 is in de recensie van G.J. Lepoeters boek De geheimen van de kerk van Kapelle onthuld he laas een fout geslopen. De eerste 15 regels van kolom twee kwamen onder aan deze kolom terecht. Daar het een fout in het laatste produktiestadium betrof, kon deze niet meer worden hersteld Red. 2 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1996 | | pagina 31