Terug in de tijd
De zeventiende eeuw, schijnbaar ver weg maar feitelijk dichtbij: acht mensenle
vens die elkaar met veertig jaar overlappen en je bent weer terug op de werf waar
de Zeven Provinciën werd gebouwd. Na zo'n denkbeeldig uitstapje in de zeven-
tiende-eeuwse praktijk kon ik de teksten verklaren en de draad in de beschrijvin
gen en afbeeldingen weer oppakken.
Al voor de bouw van het schip kreeg ik zicht op de constructie en de juiste
sfeer in het schip. Maar elke oplossing genereerde weer nieuwe vragen. Hoe
deden die mensen dat in tien maanden, hoe organiseerden zij het werk en het
transport, welke materialen gebruikten zij, waar kwamen de mensen vandaan, hoe
was het mogelijk dat zij zonder mechanische hulpmiddelen een schip in acht
maanden konden bouwen, hoe vaardig waren zij in het hanteren van hun gereed
schappen en hoe zagen die gereedschappen er uit?
Al vanaf de oudste tijden heeft het mensdom werktuigen gemaakt die vooral
voor de jacht dienden en de zelfverdediging. De strijdhamer en bijl werden
gewaardeerde scheepmakersgereedschappen. Nadenkend vanuit de prehistorie naar
de geordende landbouw, via het ambacht en later de industrie tot in de huidige
tijd zien we dat bepaalde methodes, vaardigheden, en werktuigen elkaar in een
haast planmatige regelmaat opvolgen. Vanuit de ene vaardigheid groeide de ander.
Uit het irrigatierad van Archimedes ontstond de schroefdraad en uiteindelijk de
scheepsschroef. Uit de middeleeuwse zwenkbare stadskranen groeide de verstelba
re windmolen, en de eenvoudige handbooromslag ontwikkelde zich tot meervoudi
ge krukas. De Hollandse vlakbouwmethode met klampen en strooklatten, de
zogenaamde 'centlatten', groeide door tot een geavanceerde uitslag- en tekenme
thode voor het industrieel vervaardigen van de allergrootste stalen schepen. Zelfs
de meest revolutionaire uitvindingen passen in die logische volgorde van ervaring
op ervaring.
Om de lezers een idee te geven hoe in de zeventiende eeuw grote schepen
werden gebouwd en hoe in die tijd op basis van pure mankracht enorme ambach
telijke prestaties werden geleverd, wil ik een gezamenlijk uitstapje organiseren
naar een zeventiende eeuwse scheepswerf. Met die vogelvlucht-indruk is het dan
wellicht mogelijk om je gedurende de herbouw van de Zeven Provinciën te
verplaatsen in de tijd.
Het werfterrein
Ons zeventiende eeuwse werfterrein heeft een oeverlengte van ongeveer 200 meter
en een diepte van 100 meter. Er zijn meerdere schepen in aanbouw: twee oorlogs
schepen, boten en er liggen nog verscheidene andere scheepsonderdelen. Wij
bekijken het werfterrein in vogelvlucht. Links aan de waterkant zijn de drie
langshellingen voor grote schepen. Rechts voor de wal tot voor de paardenwei
zien we het rechthoekig afgepaalde balkengat, een onderwatermagazijn waar de
over het water aangevoerde voorraad boomstammen voor de bouw van de schepen
wordt opgeslagen.
Ondanks de constante aanvoer van houtvlotten met rondhout wisten de beheer-
30