voorgaande schepen. Als de strookiat volgens de mallen verloopt, worden meerdere klampen op de zandstrook in de richting van de bovenkant van de strookiat pasgemaakt en bevestigd. Aan beide kanten wordt nu met twee ploegen en één brandploeg aan het schip gewerkt. De bodemdelen worden aan de binnen kant onderling verbonden door de tijdelijke klampen en aan de onderkant gestut met paaltjes Voor het in de vorm dwingen van de bodemdelen worden speciale houten tangen en dwingijzers gebruikt. Met de houten tangen worden de planken gelijk geklemd, met de dwingijzers, de zogenaamde Klaas Jacobsen, wordt de verkante ling gecorrigeerd. Door contragewichten aan het uiteinde van de tangen kan een grote kracht op de plank worden uitgeoefend. De neerwaartse krachten worden gecompenseerd met dommekrachten. Als de bodembreedte is bereikt, wordt de vorm uitgestrookt en langs de afgeschreven lijn bekapt. De tewaterlating en afbouw van het schip We naderen het moment van de tewaterlating. Door de lijfhouten en schaarstok ken krijgt het schip zoveel langsverband dat ze het kantelmoment van de tewater lating zonder schade kan doorstaan. De slepers en sjouwers maken het schip klaar om af te lopen. De andere werfdisciplines werken gewoon door. Aan beide kanten naast de kiel worden twee vetsleeën aangebracht om te voorkomen dat het schip tijdens het aflopen te scheef valt. Vervolgens wordt het schipontruimd en is het op de laatste stoppingen na klaar om af te lopen. Vanaf de voorsteven worden de stoppingen opgeruimd. De laatste wigvormige stoppingen worden met een lange balk vanaf de zijkant van het schip weggerameid. Als de wiggen wegspatten valt het schip langzaam voorover op het plankier van de helling en loopt met veel wrijfingsrook te water. Na het biergelag wordt het schip met de spiegel voor de wal afgemeerd. Voor de aanvoer van mensen en materiaal wordt vanaf de wal op de hekbalk een brede loopbrug uitgelegd. Buitenboord wordt vanaf vlotten verder geboeid. Op de overloop worden de gangboorden gelegd. Het middengedeelte tussen de schaar stokken blijft voorlopig open voor het aanbrengen van mastvissings, luiken, luikhoofd, spilbedden, de betting en de bedstee van de boegspriet, pompgaten en de knechten voor het lopende wand. Pompen, blokken, spillen, en masten worden uitbesteed. Zeil en touwwerk worden besteld. Midscheeps tegen de balken van de overloop worden de roeden gericht voor het uitzetten van het verdek. De balkweger wordt vanaf de strookiat overgezet op de huid, spanten worden gevlakt en de balkweger opgemeten, klaargemaakt, en gemonteerd. Tussen de spanten worden de poortopeningen bepaald en de drem pels, dorpels, en vuistijlen aangebracht. Aansluitend wordt de wegering tussen balkweger en zetgang aangebracht. Buitenboord worden galerijen getimmerd en de spiegelconstructie aangebracht en beplankt. Tegen de voorsteven wordt de eerste uitlegger van het galjoen aangebracht. Ondanks de twee voet minder lengtedan de grootste schepen eist de admiraal het schip op voor het opperbevel van 's lands vloot: een grote eer voor de 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1996 | | pagina 36