moderniserende brouwerijen vormde de veelal aan oudere bedrijven toegevoegde koeltorens, met bovenin het sterk beluchtte koelschip. Van de voormalige brouwe rijen in Westdorpe vormt de koeltoren van 'Van Waes Boots' welhaast een landmark in de uitgestrekte lintbebouwing. De brouwerijen zijn nu uit deze streek verdwenen. De gebouwen dienen nu ondermeer als opslag voor agrarische bedrijven. De vlasteelt was al eeuwen lang van economisch belang voor oostelijk Zeeuws- ch-Vlaanderen. In de coöperatieve vlasroterij 'Sint Andries' bij Koewacht uit 1938 zien we naast gemoderniseerde productietechnieken met ondermeer gebruik making van verwarmd water ter vervanging van de traditionele dauwroot, de toepassing van moderne materialen: beton en staal die op relatief eenvoudige wijze de waterdichte rootkamers mogelijk maakten. Deze roottechniek wordt nu nauwelijks meer toegepast maar de installaties zijn in St. Andries nog aanwezig, evenals een complete zwingelafdeling in een naastgelegen gebouw. Vaak wijzigde in de loop der jaren de bestemming van bedrijfsgebouwen. Een voor Zeeland karakteristiek voorbeeld is de sluiting van veel meestoven toen eind negentiende eeuw definitief het doek voor deze bedrijfstak was gevallen. De meestoof 'De Kapel' bij het gehucht Kapelle op Duiveland, na een brand nog geheel herbouwd in 1869, werd in 1916 verbouwd tot chichoreifabriek. Een ander voorbeeld is een brouwerij nabij het toenmalige stationscomplex van Hulst die omstreeks 1914 werd omgebouwd tot textielfabriek. Twee opvallende directiewo ningen flankeren de toegang tot het bedrijfsterrein. De toekomst van de bedrijfs- bebouwing is momenteel uiterst onzeker omdat er voor het terrein andere plannen zijn. Eind negentiende eeuw kwam het veilingwezen op. In Kapelle, het midden- Zeeuwse centrum voor land- en tuinbouw, werd in 1917 een veilingvereniging opgericht. Deze vereniging kreeg in 1929 de beschikking over een ruime veiling hal met een technisch interessante gelamineerde driescharnierspant-constructies. Een aardig en kenmerkend functioneel veilingelement vormde het aangrenzende mijnlokaal. Als onmisbaar onderdeel van de handel in, en het vervoer van landbouwproduc ten werden op vele strategische plaatsen weegbruggen aangelegd. Kleine weeg bruggen zoals de weegbrug bij de haven van Nieuwland worden zeldzaam nu het transport zich op hoofdwegen concentreert en de ladingen buitengewoon groot worden. Hoewel Zeeland geen uitgebreide industrialisatie kende leidde nationale en internationale industralisatie wel tot een nieuw fenomeen als directe afgeleide. Grootschalige productie van consumentenartikelen vroeg om een geëigend distributieapparaat. Productie en verkoop werden van elkaar losgekoppeld en de winkel deed haar intrede. Op dorpen zouden lange tijd de eenvoudige traditionele winkels standhouden zoals een recent afgebroken winkeltje in Wissenkerke dat eind negentiende eeuw in een verbouwde boerderij werd gevestigd. Steden kenden naast vergelijkbare kleinschalige, onopvallende winkelbedrijven ook meer aandachttrekkende en kooplust opwekkende winkelpanden. Bijvoorbeeld toen de radio voor het publiek bereikbaar werd verrees in 1928 in de Vlissingse Nieuws- 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1996 | | pagina 45