inwoners; daarvan waren er 180 protestant,
dat is 3,5 procent. En zo was het in 1572 nog
overal in de Noordelijke Nederlanden. Pas
na de val van Antwerpen in 1585 kreeg het
calvinisme onder Spaans, later Oostenrijks
bewind geen kans meer: het Zuiden werd
langzamerhand weer onversneden rooms-
katholiek. En in het Noorden grijpt een
kleine, maar zeer goed georganiseerde
fanatieke minderheid, de calvinisten, de
macht, hoewel die tot ver in de 17de eeuw
niet meer dan tien procent van de bevolking
uitmaakten.
Worst vaart uit
Op 4 juni zagen de Vlissingers dertig
schepen de Schelde opvaren, beladen met
proviand voor de Spaanse troepen. Die zijn
gauw buitgemaakt als wij de onzekere bron
mogen geloven. Maar een week later vond
een actie plaats, die voortreffelijk is
gedocumenteerd, met name in de Spaanse
archieven. Daar, langs de Vlaamse kust,
zagen de Vlissingers een indrukwekkende
vloot naderen van wel vijftig schepen, grote
en kleine door elkaar. Ze waren geladen met
wol, bestemd voor Brugge.
Maar er zijn ook 1300 'tercio's' aan boord,
getrainde Spaanse soldaten.
Die begeleiden Medina Celi, de man die
Philips heeft aangewezen om Alva op te
volgen.
Worst stuift er op af met twaalf scheepjes,
tien van Vlissingen, bijgestaan door één van
Veere en één van Amemuiden.
Doordat zij eerst de bakens hadden
weggenomen en er bovendien nog een storm
opstak, liep een aantal Spanjaarden vast op
zandbanken.
Zo wist Worst vier kleinere schepen te
bemachtigen.
Laten we nu die gebeurtenis eens proberen te
zien met Vlissingse 16de- eeuwse ogen. Zo'n
plotseling opgestoken storm, daarin zag
iedereen Gods hand.
Men was onwankelbaar overtuigd, dat alle
gebeuren door God zelf wordt gedirigeerd.
Wij, nuchtere 20ste-eeuwers kunnen ons dan
afvragen, of Gods ingrijpen ten gunste van
beide partijen - immers de Spanjaard dacht
hetzelfde - wellicht de oorzaak is geweest,
dat die oorlog zo verschrikkelijk lang -
tachtig jaren! - heeft geduurd.
Maar die oneerbiedige gedachte komt in een
vreemd licht te staan door het onomstotelijk
feit, dat Nederland die oorlog niet gewonnen
heeft door eigen kracht, maar keer op keer
door onverwachte rampen voor Spanje, die
werkelijk als wonderen imponeren.
Wij zullen Gods hand nog meermalen
tegenkomen.
Achter die Spaanse schepen komen een paar
dagen later nog twaalf Portugezen aanzeilen,
ook al op weg naar Antwerpen met goederen
voor Alva en zijn troepen.
Acht van die twaalf zijn door Worst
ingerekend. Die promoveerde het mooiste
van die acht tot zijn admiraalsschip. Het
bleek dertig zakken zilver aan boord te
hebben, bestemd voor soldij. Ze werden
getrouwelijk aan de Prins van Oranje
overhandigd.
Toegebrachte schade
De directe schade die Worst had toegebracht
was maar beperkt; van al die 62 schepen had
hij er twaalf veroverd. De rest was toch op
zijn bestemming gekomen. Medina Celi was
geland in Sluis en doorgereisd naar Brussel.
Uit de Spaanse bronnen is echter gebleken,
dat de indirecte schade veel groter is
geweest! De eigenaars en verzekeraars van
de wol waren zo bang geworden dat ze het
niet verantwoord vonden om de wol verder
naar Brugge te transporteren. De hele
wolschat is opgeslagen in Middelburg. Maar
vlak daarop, in juli, begon Oranje
Middelburg te belegeren. Na de inname,
anderhalfjaar later, viel die gaaf aan de
Prins in handen. Die was er heel blij mee,
want ook hij had, evengoed als Alva, altijd
geld te kort om zijn troepen te betalen. Het
woltransport was verzekerd bij een grote
maatschappij, gezeteld in Burgos; die was
eigendom van honderden particulieren,
zoiets dus, als nu Lloyd's in Londen. Veel
Spanjaarden gingen failliet. Van schrik
8