.K-Ï..7
De bebouwing op het kloosterterrein
Van de gebouwen op het kloosterterrein
weten we praktisch niets af. Behalve volgens
het gegeven bij Swaluwe is er nooit gericht
gezocht naar archeologische overblijfsels.
Ook van het vinden van funderingen of
grachten bij de aanleg van de spoorlijn, die
het kloosterterrein in twee helften splitst, is
niets bekend.
Waarschijnlijk was de plattegrond ongeveer
gelijk aan die van het plattelandsklooster te
Vrouwenpolder dat in 1993 kon worden
opgegraven en getekend."
Bij het ploegen van de grond werd ca. 1925
een grafsteen gevonden van Job Jansen
Hoemaker en zakte eenmaal een span
paarden weg in een grafkelder.12 Bij de
recente bebouwing van het zuidelijke deel
van het kloosterterrein is helaas verzuimd
door archeologisch onderzoek wat meer over
de geschiedenis van het klooster aan de weet
te komen. Een gemiste kans.
In de Zelandia Illustrata is een tekening
aanwezig voorstellende het klooster in 1546.
Deze afbeelding is een achttiende-eeuwse
kopie van een oudere tekening.13
De gebouwen waren ten tijde van de
plunderingen en verwoestingen op Zuid-
Beveland door de geuzen onder leiding van
Jérome Seraerts door ouderdom al danig
vervallen, zodat een eventuele verwoesting
door hen, gezien ook het feit dat de
dorpskerken van Biezelinge en Kapelle geen
noemenswaardige schade opliepen,
Het klooster Jeruzalem te Biezelinge in 1546
onwaarschijnlijk is. Als in 1578 de nonnen
het klooster voorgoed verlaten blijven enkele
gebouwen nog ongeveer 50 jaar voor
agrarische doeleinden in gebruik door de
pachter van het terrein. Pas de overloper van
1639 vermeldt het terrein als 'de hoek waar
het klooster placht te staande gebouwen
zijn dan dus afgebroken.14
TT-
V\
w-vw**-. "•!•••- ,1... J «Esfg
De ondergang van het klooster
Bijlo vertelt in zijn kroniek een overlevering
die eeuwenlang mondeling was doorverteld
over de ondergang van het klooster. Tegen
het eind van 1578 wordt in Biezelinge en
Kapelle een hervormde predikant benoemd.
Hierdoor voelen de priorin Katarina Mesken
en haar nonnen zich zo bedreigd dat zij uit
het klooster via een onderaardse gang naar
het 750 meter verderop gelegen slot Pouques
vluchten, om vandaar via een schip dat reeds
op de Schelde gereed lag naar Antwerpen te
ontkomen. Ze waren wel zo slim om alle
documenten en archiefstukken die
betrekking hadden op hun eigendommen
mee te nemen. Tot zover de legende.15
De werkelijkheid is gelukkig anders. Tot 8
oktober 1578 was op Zuid-Beveland al
helemaal geen sprake van vervolging van
katholieken. De bisschop van Middelburg,
verstoken als hij was van inkomsten, ziet de
kans schoon om de bezittingen van de
Victorinnen te naasten en hiervan de
inkomsten te verwerven. De nonnen krijgen
nog wel toestemming om datgene wat nog
over was van hun kloostergebouwen voor
sloop te verkopen. Om verder geen last van
hen te hebben brengt de bisschop zogenaamd
voor hun veiligheid de nonnen onder bij
14