landzijde. Om de gehele vesting lag een
verdedigingsgracht. Eén van de forten, het
fort Oranje, spoelde grotendeels weg tijdens
een stormvloed in 1682. Het overige deel
van de vesting is grotendeels bewaard
gebleven. Wel zijn delen van het wallichaam
en de voormalige zeedijk afgegraven.
Binnen de wallen ontstond in tijd van vrede
geleidelijk een dorp. Vanaf 1640 was het
voor burgers toegestaan om zich hier te
vestigen. In 1873 werd het laatste deel van
Het Zwin ingepolderd, de Willem-
Leopoldpolder, en verloor Retranchement
het directe contact met de zee. Met de
ontwikkeling van het dorp werden in de loop
der tijd twee wegen en een tramlijn door de
wallen heen aangelegd. De binnengrachten
van de vesting raakten dicht.
De wallen zijn eigendom van de Stichting
Het Zeeuwse landschap (SHZL) en worden
als natuurgebied en cultuurhistorisch
monument beheerd.
PlanSHZL was voornemens het perceel
Noordstraat met een oppervlakte van 4 ha
opnieuw in te richten. Oorspronkelijk
bevond zich hier een watergang en een
wallichaam. Het wallichaam is geslecht voor
huizenbouw aan de Noordstraat. De
watergang is dichtgeraakt.
Doel was, de watergang open te leggen tot
ca. 0,50 meter diep en daarin 6 drinkputten
van 1,00 tot 1,25 meter diep voor
boomkikkers uit te graven. Het was
onbekend waar de watergang van de
vroegere vesting precies liep. Met de
vrijkomende grond zou de wal langs het
kanaal worden opgehoogd.
Doel archeologisch proefonderzoek', exact
vaststellen waar de gracht van het
verdedigingswerk liep, hoe diep en hoe
breed deze was, hoe hij was aangelegd en of
de hoogte van de wal hieruit nog afgeleid
kon worden.
Werkzaamheden
Het veldwerk werd gedurende één ochtend
op 26 oktober uitgevoerd. Aanwezig waren
Bas Oele (assistent), Henk Hendrikse
(depotbeheerder), Leida Goldschmitz
(vrijwilligster) (allen PDB), René
Beijersbergen (SHZL), Ellen Vreenegoor
(provinciaal archeoloog ROB). In overleg
met de SHZL werd, voorafgaand aan het
opnieuw uitgraven van de gracht van het
~r
fr""
L tl™ l I
—5Hr-n JJ-j
.^1
Plattegrond en doorsnede proefsleuf
verdedigingswerk Retranchement een
proefsleuf haaks op de voormalige gracht
getrokken.
Conclusie
Vastgesteld kon worden dat de gracht veel
minder breed maar wel veel dieper was
geweest dan het Landschap veronderstelde.
De gracht was 18 meter breed en niet zoals
door het Landschap verondersteld 30 tot 40
meter breed. Het middelste deel van de
gracht was slechts 8 meter breed en ondiep
aangelegd, met in het midden een verdieping
van twee schopsteken breed. Op -1,10 meter
onder het maaiveld werd de bodem van de
gracht aangetroffen. De bodem van de gracht
bestond uit schelpen en klei. Om een
watervoerende gracht te verkrijgen zal de
gracht minstens tot 1,10 meter diep moeten
worden uitgegraven.
Het zandlichaam van het glacis of de
buitendijk begint net boven de schelplaag en
loopt in drie gedeelten trapsgewijs op. De
binnenwal aan de Noordstraat loopt veel
steiler in een keer omhoog.
3. Opmetingen verdronken dorp
Valkenisse
Periode'. 26junit/m 1 juli en lOt/m 15 juli
en 4 augustus.
23