MEDEDELINGEN VAN DE WERKGROEP HISTORIE EN ARCHELOGIE Kloof of kruispunt Op 27 maart j.l. vond in het Stadhuis te Gouda een studiemiddag plaats, georganiseerd door het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap (KNHG), onder de titel 'Kloof of kruispunt, vrijetijds historici en wetenschappers op het raakvlak van de regionale geschiedenis'. Vijf inleiders gingen, de een wat geïnspireerder dan de ander, in op het thema van de bijeenkomst. Daarbij waren twee Zeeuwen, te weten journalist Kees Slager en rijksarchivaris Roelof Koops. Slager haalde twee Zeeuwse voorbeelden aan, waarbij het mis ging tussen amateur-historici (of vrijetijds historici, zoals we blijkbaar tegenwoordig moeten zeggen) en professio nals. De controverse over het boek Zeeland 1940-1945, deel 2 toen een tweetal jonge amateur-histori nogal wat feilen aan het licht bracht. En de twee boeken over de ramp van 1953, waarbij het 'officiële' gesubsidieerde boek aanzienlijk slechter was, en wetenschappelijk gezien zelfs onder de maat, dan het niet-gesubsidieerde journalistieke boek. Koops vertelde met name over 'de lange mars door de instituties': het totstandkomen van de Stichting Regionale Geschied beoefening Zeeland en de aanstelling van een historisch consulent in deze provincie. Een wat rommelige discussie, onder leiding van prof. Blom, voorzitter KNHG, sloot de bijeenkomst af. Onduidelijk bleef wat nu eigenlijk beroeps historici zijn en wie tot de vrijetijds historici gerekend moeten worden. Duidelijk werd wel dat de academische 'beroeps' beter moeten leren schrijven, gericht op een groot publiek (het aanleren van die vaardigheden zit niet in het universitaire opleidingspakket), en dat de 'vrije tijds' aan deskundigheidsbevordering moeten doen. Mede dankzij de historisch consulenten gebeurt dat laatste in diverse provincies al. Voor mij is duidelijk geworden dat er niet één kloof bestaat. Als je van kloven wilt spreken zijn die m.i. niet zozeer te vinden tussen de verschillende instellingen in de provincies (zoals archieven, bibliotheken en musea) en de vrijetijds historici, maar wel tussen hen en de universiteiten. Het lijkt me goed dat het KNHG en de universitaire insti tuten en vakgroepen er werk van maken om die kloven te dichten. Peter Sijnke Opsporing verzocht De 'Oudheidkamer Aldegonde' grijpt het Mamix-herdenkingsjaar (1998) aan, om een lang verloren voorwerp van het voormalige West-Souburgse kasteel Aldegonde op te sporen. Het betreft een tafelbel, die vermoedelijk nog in particulier bezit is. De bel is in 1810 gevonden ter plaatse van het in 1783 afgebroken kasteel. Hij draagt het jaartal 1454 en was in 1842 in het bezit van de heer A. Ruysch te Vlissingen. De Oudheidkamer wil de bel graag exposeren. Inl.: Oudheidkamer Aldegonde, p/a Zuiderbaan 29, 4386 CK West-Souburg, tel. 0118-466725. TENTOONSTELLINGEN Aardenburg In het archeologisch museum te Aardenburg werd op 25 april de expositie Wild zwijn, bier en wijn. Eten en drinken in Romeins Aardenburg geopend. De Aardenburgse expositie toont hoe in de tweede en derde eeuw na Christus in en rond het Romeinse Aardenburg gegeten en gedronken werd. Aandacht krijgen onder andere de herkomst van ingrediënten uit de Romeinse keuken, recepten, eetgewoonten en tafelmanieren. Twee nagebouwde keukens, een inheemse en een militaire, maken de verschillen tussen beide goed zichtbaar. De tentoonstelling duurt tot en met 30 september 1998. Zij maakt deel uit van het museale programma 'Aan tafel!', waarin zes musea in West Zeeuwsch-Vlaanderen een reeks activiteiten 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1996 | | pagina 43