'DIT AFSCHUWELIJK CRIMA'
Vervolging van homoseksuelen in de Nederlanden
Peter Sijnke
'Dien godlosen hoop van menschen'
Homoseksuele mannen en vrouwen konden vroeger over het algemeen moeilijk voor hun
geaardheid uitkomen. Meestal liet de overheid in Nederland de sodomieten, zoals mannelijke
homoseksuelen werden genoemd, wel met rust. Tenzij ze zich al te zeer manifesteerden. In 1730
ving echter een ongekende homovervolging aan. Talrijke processen vonden plaats, vooral in
Groningen, Utrecht en Holland. Meer dan honderd mannen werden ter dood gebracht. Tientallen
belandden in de gevangenis en enkele honderden doken onder of weken uit naar het buitenland.
Pas in 1732 keerde de rust weer terug.
L.J. Boon schreef onder de titel 'Dien
godlosen hoop van menschenVervolging
van homoseksuelen in de Republiek in de
jaren dertig van de achttiende eeuw een
interessante studie over dit verschijnsel. Het
boek heeft een wat merkwaardige
ontstaansgeschiedenis. Leo Boon wilde op
het onderhavige onderwerp promoveren.
Door drukke werkzaamheden kwam hij
echter niet aan afronding van zijn dissertatie
toe. Toen hij na een ernstige ziekte in 1986
overleed was het manuscript nog verre van
voltooid. De basistekst was weliswaar
aanwezig, maar een inleiding en conclusie
ontbraken. Boons promotor, professor I.
Schöffer, en drie oud-collega's van het
Bureau van de Rijkscommissie voor
Vaderlandse Geschiedenis (thans Instituut
voor Nederlandse Geschiedenis), te weten
Joke Roelevink, Hans de Valk en Guus
Veenendaal, hebben in overleg met Boons
weduwe het manuscript bewerkt en persklaar
gemaakt.
De aanleiding voor de gebeurtenissen in
1730 en 1731 vormde een min of meer
toevallige aangifte in de stad Utrecht. I.
Schöffer begint hoofdstuk 1 ('De stomme
zonde') aldus: 'In geheel christelijk Europa
werd eeuwenlang het verschijnsel van
homoseksualiteit in principe beschouwd als
een gruwelijke zonde die, zeker wanneer
daarbij twee mannen daadwerkelijk
geslachtsgemeenschap hadden gehad, de
doodstraf verdiende' (p. 17). Men baseerde
zich daarbij op de bijbel en met name op het
verhaalde over Sodom en Gomorra in het
boek Genesis. In de hoofdstukken 2-7 wordt
nader ingegaan op de gebeurtenissen in de
Republiek in de jaren 1730-1731, hierbij
komen vooral de provincies Utrecht, Holland
34