HET VERSCHIL TUSSEN OEK EN OEKE
H. Verwijs
We willen eens nagaan welke vocalen op Voome-Putten gebruikt worden, waar het ABN slechts
de oo-klank kent. U ziet achtereen volgens verschijnen: oü, ao, oe, eu, en oo. Een paar woorden
als voorbeeld, boöne-broüd-goüt-loüd-poüt-doüs-oüst-groüt-werkeloüs. Of boane enz., het ligt er
aan hoe het vogeltje gebekt is. Opmerkelijk dat de meeste woorden de sisklanken s en t hebben.
Welke zeelandicus of zeelandica weet bij de
volgende vocaal de regel te vinden: haoge-
baome-verkaope-laope-daof-haop-mwaoi-
kaol-draog. Zij die netjes wilden praten
zeiden 'drog' met een lange oh. Een ras
echte Voorenaar hoeft zich niet te bedenken
welke klinker hij gebruikt, het gaat van
eiges. Als toepassing nog een geijkt geme-
nigheidje, dat gezegd werd als iemand een
rokertje op stak: "t Straoi is goeiekaop, de
verrekes laoje d'r mee in d'r bek.' Zoals de
loop van de Schelde was in de Romeinse
tijd, zo situeert deze klinker zich
overwegend op de rechtse oever van die
rivier. Kunnen we hieruit concluderen dat
tijdens de Romeinse overheersing er al
'Zeeuws' werd gepraat? Oek is in het ABN
ook. Maar oeke is voor twee uitleggingen
vatbaar. 1. Gevraagde bijval, erkenning.
Voorbeeld: tegenover een ander heeft Janna
haar zegje gedaan, vraagt dan aan haar man
'oeke Nelis?' Zo is het toch gegaan Nelis?
2. als contactwoord. De poes van tante Japie
streelt langs haar benen: 'oeke poes', zegt ze
dan, wat is er? Bij het afscheid nemen van
het gezin wordt de kleinste niet vergeten.
Een aai over zijn bol, 'oeke'. Het moeten
oeroude woorden zijn want op Flakkee is dat
aak en ee. Wat was die hele Briel nu bij
mekaar? 55 bunder, dat is ruim een halve
vierkante kilometer tussen de wallen. Met
open ruimten waarop de tuinderijen van
Stolk en Lankhorst. De biezenboer had
hokkelingen. Langeveld, een deftige
meubelzaak aan de winkelstraat, maar van
achteren een grote mispit van broer Kees die
nog acht beestjes molk. Den Briel een
agrarische stad. Brielenaars weten zich hoog
verheven boven die plattelanders, zij zijn aan
hun status verplicht om het woord 'oeke' niet
te gebruiken. Dus zegt men daar 'ook?' Het
klinkt potsierlijk en heeft niets met
standaard-Nederlands te maken. In 1884
noteerde Joh.Winkler in de Tinte zeun voor
zoon. Dat is merkwaardig want wij hebben
de ouden altijd zuen horen zeggen, zelf
betrap ik mij er op dat ik nog vaak zuemer
zeg. Na het keuren voor militaire dienst
waren een stel Svorenaars half 'dronkeg', en
kropen in de 'leste' wagon, want de RTM
reed toen nog. Die zongen een spot-liedje:
'Heden een zeun geboren, werk van den
overkant.' Dat zeun hoort dus bij mijn
generatie. Die ca. 25 jaar ouder waren
zeiden zuen, en dat kan gauw misverstaan
worden door die snelpraterij, die modern
werd. Dat de Tinte een andere tongval heeft
dan wij bestrijd ik. In minder dat een
kwartier konden we van huis naar hartje
Tinte fietsen, dialectverschil is te
verwaarlozen. Fooi: zacht in de handen
nemen. Was al bekend uit het
Middelnederlands. Het bevrijdingsfeest was
weer daar. Voor een huis stond de tuinbank,
de opgeschoten jeugd nam er bezit van,
jongens en meisjes. Opzij van dat huis stond
ik met de bewoner te praten. Hij knikte wat
en zei: 'Nou jooy, sizze da mè die maides te
fole.' het volgende spreekwoord komt uit de
familie:
Een hondje fooi ie groüt
een katje fooi je doüd
Doet u maar geen moeite om dit in een
spreekwoordenboek te vinden, het staat er
niet in. Is dus een primeur voor dit blad.
Al met al een verscheidenheid van klanken
die in het ABN met oo worden gesproken.
Door fonetisch te schrijven kan men een
dialect behouden, bevorderen onder het volk.
Wat moeten zij van denken?
46