een kanten shawl, die over de rechterarm is gelegen en daardoor binding heeft met de armen. De afhangende sluier van de weduwenkap geeft eveneens binding en versterking van het hoofd der figuur. Voor een beeld in natuursteen zijn zulke bindingen uit technische gronden noodzakelijk, doch goed toegepast kunnen zij ook het decoratieve karakter van de schepping verhogen. Eind december 1936 kon het eigenlijke beeldhouwen aanvangen. Hoewel de beeldhouwer tegenwoordig zelf de steen wilde bewerken, was het bij een enorm beeld als dit toch wel gebruikelijk voor het meer routinematige werk hulptroepen te laten aanrukken. Dit liet de kas niet toe en zo kon Etienne zeggen: 'Ziedaar het werk van mijn handenwant het gehele beeld had hij uit de ruwe steen gehakt. De uitvoering van het ontwerp zou bovendien aanzienlijk eenvoudiger zijn geweest als Etienne het schild en de Oranjestam uit een los stuk steen, apart van de middenpartij, had kunnen beeldhouwen om dit later bij de opbouw van het monument op de juiste plaats aan te voegen. Daardoor zou echter een voeg door de rechterarm ontstaan, die een storende streep in het beeld zou veroorzaken. Derhalve heeft de beeldhouwer de hoofdpartij ondanks de daaraan verbonden moeilijkheden, geheel uit één brok steen gehakt. Voltooiing Op 23 juni 1937 was het grote moment aangebroken het in steen uitgevoerde beeld in het atelier van Etienne op de TH te Delft in ogenschouw te nemen. Hierbij waren aanwezig jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford, commissaris der Koningin en erevoorzitter van het Comité, M. Femhout, burgemeester van Middelburg, de particulier secretaris van de koningin Sixma Baron van Heemstra en mogelijk dr. J. Kalf, die tevens uitgenodigd was. Bij die gelegenheid werd ook bekend gemaakt dat de koningin de onthulling zou verrichten. Het beeld werd tenslotte met geschoold personeel op 14 juli 1937 naar Middelburg vervoerd. Daarna diende nog beslist te worden of de inscriptieplaat aan de achterzijde voor of na de onthulling ingebeiteld zou worden. Juist een jaar na de opdracht kon het monument geheel gereed opgeleverd worden op de van te voren gereedgemaakte betonnen plaat in het plantsoentje op de Middelburgse Dam.18 Op de band van de hoogste trede zijn de bekende woorden van koningin Emma aangebracht: 'Nederland zij groot in alles, waarin ook een klein volk groot kan zijn Rondom het middenstuk met de figuur lopen stenen banden, die in twee zware palen eindigen: het wapen van Zeeland links, aan de andere zijde het wapen van Middelburg, waar het initiatief tot dit monument genomen werd. Onthulling op 6 september 1937 De plechtigheid kon zowel in uitzendingen van de AVRO als van de NCRV beluisterd worden. In Middelburg zelf was het vanaf de vroege morgenuren duidelijk dat er iets bijzonders stond te gebeuren, waarbij uiteraard de Dam in het middelpunt van de belangstelling stond. Vanzelfsprekend wijdde de PZC een uitgebreid verslag aan de onthulling. Daaraan is het onderstaande grotendeels ontleend. Elf tot twaalfduizend personen uit zeventig gemeenten vertegenwoordigden de hele Zeeuwse bevolking. Ze stonden bij de autotocht van Hare Majesteit door Middelburg zes rijen dik opgesteld en juichten haar enthousiast toe. De klokken van de Lange Jan beierden. In de tot kiosk herschapen Graanbeurs zaten zangeressen uit alle delen van de provincie en het tot veertig personen sterke orkest gereed om hun deel van het programma uit te voeren, terwijl terzijde van de Beurs het Middelburgse Muziekkorps stond opgesteld. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1996 | | pagina 14