OVER BOEKEN Inlagen en karrevelden, parels aan een snoer Jan J.B. Kuipers en Chiel Jacobusse, Inlagen en karrevelden, Het Zeeuwse monument deel 1 (Goes: De Koperen Tuin, 1998). 24 x 17 centimeter, gebonden, 72 blz. ISBN 90- 72138-85-6. Prijs 24,50. Soms krijg je een boek in handen waarvan de voorkant onmiddellijk uitnodigend is. Zo kun je met een positief gevoel aan het lezen ervan beginnen. Ook als het een minder goed of zelfs slecht boek is, blijft dan nog geruime tijd dat goede gevoel hangen. Tot je, door de inhoud gedwongen, moet toegeven dat het tegenvalt. Jammer genoeg komt het omgekeerde ook wel eens voor; een lelijke voorkant met een prachtige inhoud. Het boek Inlagen en karrevelden van Jan Kuipers en Chiel Jacobusse behoort tot de eerste categorie, evenwel zonder dat de inhoud voor een teleurstelling zorgt. Met dit boek is het ook van belang dat de voorkant goed oogt, want het is het eerste deel van de reeks 'Het Zeeuwse monument' die, als het goed is, nog jaren moet meegaan. Jan Bruijns van Uitgeverij De Koperen Tuin uit Goes heeft zelf de lay-out voor zijn rekening genomen en eens voor een andere opzet gekozen dan gewoonlijk van hem te verwachten valt. Het boek is sober uitgevoerd, in zwart-wit, maar door het speelse karakter en de van de pagina aflopende foto's is het toch een spannende bladspiegel. Over inlagen en karrevelden is in de Zeeuwse literatuur wel wat te vinden, maar het ligt vaak verborgen in artikelen van - vaak - vaktijdschriften en dan nog met name van een hoog natuurgehalte. Deze parels liggen als aan een ecologische ketting langs de Zeeuwse kusten en vertellen het verhaal van geven en nemen. Voornamelijk geven, want de mens was bang weer een stuk land kwijt te raken aan de zee. Arme opportunistische stervelingen; eerst ondergraven ze hun eigen veiligheid door moemering en dan stellen ze alles in het werk om dat arme, hoilebollige, alleen voor veeteelt te gebruiken land uit de greep van de zee te houden. Pathetic noemen de Engelsen dat. Bang voor een dijkdoorbraak - nota bene hun eigen werk en dus niet getuigend van veel vertrouwen in eigen kunnen - legden ze een dijk achter de zeedijk, haalden de grond daarvoor uit het gebied tussen deze nieuwe dijk en de zeedijk en zo ontstonden de inlagen en karrevelden. Er is verschil tussen die twee, maar dat gaat hier iets te ver. In het boek is dat terug te vinden. Jan Kuipers beschrijft de geschiedenis en de lotgevallen, terwijl Chiel Jacobusse zich over de boeiende natuur in de gebieden buigt. Beiden zijn begenadigde schrijvers en dat maakt het boek meer dan lezenswaardig. Maar al te vaak zien boeken het licht over historische en natuurhistorische onderwerpen, waarvan de auteur(s) geen kus van de muze hebben gekregen. Inlagen en karrevelden is een goed begin van een - hopelijk - mooie en lange reeks. Het initiatief is gekomen van de Stichting Regionale Geschiedbeoefening Zeeland. De coördinator daarvan, Aad de Klerk, kan toch al geen gebrek aan initiatieven worden verweten, dus er kan nog veel worden verwacht van die kant. Zeven eeuwen Sint Jacobskerk Ad Tramper en Wikky Pias-van Rijsoort, m.m.v. Adri Meerman (red.). Zeven eeuwen Sint Jacobskerk, geschiedenis en restauratie (Goes: De Koperen Tuin, 1998). Gebonden, A-4, 120 blz. Prijs ƒ49,90. 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1996 | | pagina 31