volksfeesten op nationale gedenkdagen, die moesten dienen om op den duur de kermis te vervangen.9 Een bekend probleem bij het vinden van die gedenkdagen was de uiteenlopende interpretatie van de vaderlandse geschiedenis, zoals die door liberalen, orthodox-hervormden en katholieken werd gepraktizeerd.10 Uit het Volk wist die hindernis te omzeilen door te kiezen voor min of meer neutrale aanleidingen voor de volksfeesten: de aanvang of afronding van grote infrastructurele projecten, zoals de aanleg van de Zeeuwse spoorlijn en de kanaalwerken door Walcheren. De vereniging trakteerde de Middelburgers verscheidene malen op vuurwerk, illuminaties, feestconcerten, optochten, ballonoplatingen en boottochten. Na 1877 werden deze openbare feesten echter geschrapt wegens de hoge kosten en omdat 'dat alles -weinig bijdroeg tot volksveredeling, beschaving en ontwikkeling'."Daardoor werd voortaan de rechtstreekse confrontatie met de kermis vermeden. Eerste Wereldoorlog Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Uit het Volk alsnog gedwongen kleur te bekennen. Onder invloed van de oorlogshandelingen had de kermis vier jaar stilgelegen. De voorstanders van definitieve afschaffing in de gemeenteraad roken hun kans en eisten in het laatste oorlogsjaar dat hun wens eindelijk gehonoreerd werd. Een aantal bestuurders van Uit het Volk wilde ter ondersteuning een rekest tot afschaffing indienen. Onder hen H. de Blouw, die een opmerkelijk "democratisch' argument gebruikte: 'Men moet niet kunnen zeggen, dat een vermaak als de kermis voor een bepaald deel van het volk genoeg is; - geheel ons volk bestaat uit menschen, die gelijke rechten op dit gebied hebben. 'I2 Zijn medebestuurders J. Adriaanse en C.W. d'Huy verzetten zich echter tegen afschaffing, omdat zij niet in adequate vervanging geloofden. Juist die vervanging was een belangrijk argument, aangezien zowel liberale voor- als tegenstanders van afschaffing benadrukten dat er niet met een verbod mocht worden gedreigd, als niet voor vervangende volksfeesten was gezorgd.1' Daarom kwam er geen verzoekschrift, maar gingen genoemde heren met een vierde persoon studeren op alternatieven voor de kermis. Gezien het standpunt van Adriaanse en d'Huy mocht dit gerust een onmogelijkheid heten. Het duurde dan ook niet minder dan zestien maanden voordat ze met een plan naar buiten traden. Daarin werd gepleit voor een feest dat aansloot bij een eerder gelanceerd plan voor een concours hippique. Een te elitaire aangelegenheid, kritiseerde bestuurslid M.H. Boasson. Uit het Volk besloot daarop in overleg te treden met de Middelburgse sportverenigingen.14 Inmiddels hadden de raadsfracties na de verkiezingen van 1919 een monsterverbond gesloten. Het gezamenlijk kermisstandpunt luidde dat afschaffing gewenst was mits er een goed alternatief op tafel kwam.15 Uit het Volk voelde dit als een stimulans om voortvarend te werk te gaan. In ijltempo werd een nieuwe kermiscommissie benoemd met afgevaardigden van de sportverenigingen en Uit het Volk en Middelburg Vooruit 'als zijnde de twee bestaande Vereenigingen voor VolksvermakenNamens Uit het Volk namen hierin twee tegenstanders van afschaffing (Adriaanse en Boasson) plaats en één voorstander: De Blouw.16 Het enige wat de nieuwe kermiscommisie opleverde, was een knallende ruzie tussen Uit het Volk en Middelburg Vooruit. Laatstgenoemde vereniging voelde zich overvallen door de wijze waarop Uit het Volk de commissie had 'opgetrommeld' en trok zich verontwaardigd terug.17 Aangezien ook de andere verenigingen weinig belangstelling voor de 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1996 | | pagina 5