het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen heeft Hein Kluiver zich zeer
verdienstelijk gemaakt.
Door dit alles werd de voortgang van het
promotieonderzoek nogal naar de
achtergrond gedrongen. Toch werkte hij er
gestaag aan door en kwam af en toe met
verwante publicaties naar buiten (zoals
bijvoorbeeld 'Brieven van de Middelburgse
regent Hendrick Thibaut aan stadhouder
Willem II en diens secretaris Johan
Heilersich (1648-1650)', in: Nederlandse
Historische Bronnen X, 1992).
Het eindresultaat van zijn onderzoek is nu,
zoals gezegd, sedert 5 juni j.l. in boekvorm
beschikbaar.
De souvereine en independente staat
Zeeland valt in vier delen uiteen: I
Structuren en achtergronden, 11 De politiek
in vredes- en bestandsonderhandelingen in
de periode 1575-1633,
III Het aandeel van Zeeland in de
beraadslagingen over vrede met Spanje
1636-1648 en IV De nasleep van de
onderhandelingen 1648-1651. Na een
inleiding opent het boek met een nuttige
uiteenzetting over de staatkundige,
kerkelijke en economische gesteldheid van
het gewest Zeeland en een korte
karakteristiek van de belangrijkste Zeeuwse
steden. 'Men zou Middelburg het
Amsterdam van Zeeland kunnen noemen(p.
22), aangezien de houding van Middelburg
van beslissende betekenis was voor de
politiek van Zeeland, evenals die van
Amsterdam in Holland. Met het verschil dat
Middelburg streng gereformeerd was en
daardoor niet zo tolerant als haar Hollandse
evenknie. Kluiver maakt aan de hand van
het gebruikte brood en wijn tijdens de
avondmaalsviering een nogal ingewikkelde,
maar mijns inziens wel betrouwbare
berekening ten aanzien van het aantal
gereformeerden in de Zeeuwse hoofdstad
(pp. 35-36). Hij blijft bij het bekende
inwonertal van ca. 30.000 in het midden van
de zeventiende eeuw. Peter Priester komt in
zijn recent verschenen Geschiedenis van de
Zeeuwse landbouw verrassenderwijs, door
nieuwe rekensystematieken, met een veel
lager bevolkingsaantal (ca. 19.000) voor
Middelburg. Ik hoop nog eens nader op
deze interessante problematiek in te gaan.
De calvinistische predikanten vormden in
Zeeland een geduchte macht, waarmee de
overheid terdege rekening had te houden.
Anders dan in Holland stond de kerk niet
onder strenge overheidscontrole (p. 50). Er
was een duidelijk verschil tussen de
Hollandse en Zeeuwse handel. Holland nam
een sleutelpositie in het goederenverkeer
tussen Oost- en West-Europa in en had
belangrijke handelscontacten met het
Oostzeegebied en met Zuid-Europa.
Zeeland dreef vooral handel met Frankrijk
(wijn!), terwijl ook handel op de Zuidelijke
Nederlanden zeer belangrijk was.
De tegenstelling Holland - Zeeland vormt
een constante in het onderhavige boek.
Hoewel van oudsher een gezamenlijk
graafschap waren Holland en Zeeland toch
niet echt een eenheid. Met name in de jaren
1588-1597 vormden de zogenaamde
convooien en licenten ('de heffingen op
goederen respectievelijk naar neutrale
landen en naar het gebied van de vijand ten
behoeve van de instandhouding van de
oorlogsvlootp. 86) een belangrijk
geschilpunt tussen beide provincies. Ook
binnen het Middelburgse regentenpatriciaat
bestonden tegenstellingen. Kluiver neemt de
door M. van der Bijl (in zijn Idee en interest)
ontwikkelde these van een tegenstelling
tussen 'inheemsen' (Veth c.s.) en
'immigranten' (Thibaut c.s.) in het
stadsbestuur over en vond deze ook
bevestigd. Hendrick Thibaut was hier een
gewichtig heerschap, vooral in 1648-1651
Hij was zelfs een van de aanstichters van de
aanslag op Amsterdam door Willem II in
1650 (p. 245). In de periode 1631-1648 was
de inhalige en driftige Johan de Knuyt echter
de machtigste man in Zeeland:
vertegenwoordiger van stadhouder Frederik
34