VERDWENEN ZEEUWSE GEBOUWEN HET KASTEEL HERKESTEYN 1 B. Oele De laatst verschenen aflevering van het Archief wan het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen bevat een artikel van ir. J.A. Trimpe Burger over Brabers bij Haamstede. In dit artikel wordt gewag gemaakt van de onmogelijke taak om tijdens de verkavelingswerken na de ramp van 1953 alle archeologisch belangrijke terreinen van Schouwen-Duiveland te onderzoeken en vast te leggen. Een citaat uit het artikel: 'Zo was het bijvoorbeeld ondoenlijk tegelijkertijd in het zuiden van Schouwen aandacht te besteden aan het archeologisch en geologisch unieke terrein in Brabers en, in het noorden, de bij Brouwershaven te voorschijn gekomen fundamenten van het voormalig slot Herkesteyn in kaart te brengen.Dit citaat is aanleiding in deze rubriek aandacht te schenken aan dit verdwenen Kasteel Herkesteyn. De tijdens de verkaveling in 1957 ontdekte resten van het kasteel zijn gelegen ten noordwesten van Brouwershaven bij de huidige jachthaven Den Osse. De over blijfselen zijn thans gedeeltelijk overbouwd door zomerwoningen en gedeeltelijk begroeid met opgaand hakhout. Dicht in de buurt bevonden zich oorspronkelijk een aantal vliedbergen. De gehuchten Looperskapelle en Brijdorpe zijn zeer oude kernen, terwijl het eveneens in de omgeving gelegen kerkhof van Klaaskinderenkerke in dezelfde periode, weliswaar na onderzoek, geheel is afgegraven.' Stichting van het kasteel De mogelijke stichter van Herkesteyn stamt waarschijnlijk uit het geslacht van de Renesses. In 1285 bedijken Pieter Nobel en zijn broer 's Heer Klaaskinderen Nieuwland; het in dit nieuwe land gestichte dorp met haven en erven staan zij af aan graaf Floris V. Enkele maanden later voegt Jan van Renesse daar door verkoop nog honderd gemeten land aan toe, waarbij hij belooft zijn ambacht gelegen te Bridorpe te zullen laten afwateren via de sluis gelegen in de haven die hij aan de graaf heeft verkocht. Mogelijk woonde Jan van Renesse op een mottekasteel in zijn ambacht Bridorpe. Vóór 1297 moet bij de sluis bij het gehucht de Osse een kasteel zijn gebouwd. Immers, volgens de rijmkroniek van Melis Stoke ontbood Jan I van Holland zijn neef Jan van Avesnes naar dit kasteel voor een gesprek. Woude ic spreken dat ic name min dan hondert man en quame Tot U te Bridorpe sluse Daar mocht ic U spreken op den huse Anders mocht mi niet gescien. Jan van Avesnes vertrouwde de zaak evenwel niet en liet zich niet op Herkesteyn zien. Tijdens de oorlog met Vlaanderen kozen Jan van Renesse en de toenmalige bewoner van Herkesteyn, een zekere Ghise Nobelsone, de kant van de Vlaamse graaf. Het lijkt erop dat deze heer van Herkesteyn, toen de graaf van Holland zijn gezag in Zeeland weer had hersteld, als balling naar Vlaanderen is uitgeweken, want het geslacht Nobel heeft geen verdere sporen in de Zeeuwse geschiedenis nagelaten. Kasteel Herkesteyn blijkt in 1324 in handen te zijn van Wisse de Looper van Brijdorpe. In dit jaar droeg deze nl. zijn 'steenen huis en sine woninghe daer hi in woont en die hofstede daer die woninghe en dat steenhuis op staen binnen die grafie, liggende in 't ambacht voor 's Looperscapelle' over aan graaf Willem III van Holland om het vervolgens voor hem en zijn nageslacht in leen terug te verkrijgen. 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1997 | | pagina 19