Over boeken Albert J. Veldkamp, In het kielzog van Willem Barentsz. Met het expeditieschip 'Planciusnaar het hoge Noorden (Vlissingen: Uitgeverij ADZ, 1996). 215 blz., afbn. ISBN 90-72838-18-1. Prijs ƒ39.95. Noordelijker dan 62-63° (ongeveer de breedte van Faröer en het Noorse fjordengebied) ben ik als scheepspassagier nooit gekomen. Maar waar het maritieme perspectief van de lezer ophoudt, ontvouwt zich pas dat van A.J. Veldkamp: ex- walvisvaarder, ex-leraar aan de De Ruyterschool, senior-loods te Vlissingen (tot 1980), schipper van het Nationaal Zeilend Zeeschip 'Eendracht' enz. In de jaren tachtig voer kapt. Veldkamp een aantal malen naar Spitsbergen voor de Stichting Plancius, met aan boord van het expeditievaartuig 'Plancius' wetenschappers, museummedewerkers, persmensen e.d. Van al die reizen hield Veldkamp een uitgebreid dagboek bij. Dat van de reis in 1983 is nu verschenen bij Uitgeverij ADZ, in ongeveer dezelfde fraaie en kloeke 'leesboek'- vormgeving als van een vorig maritiem project van deze uitgeverij, Piet Quite's Willem Ruys (1992). De expeditie van 1983 had een extra bewogen karakter wegens opgelopen averij en moeilijkheden met de Noorse autoriteiten na een landing op het eiland Moffen, dat juist tevoren tot beschermd gebied was verklaard. In het kielzog van Willem Barentsz is geen typisch Zeeuwse uitgave, maar dit in Vlissingen gerealiseerde project behandelt toch ook confrontatie met Zeeuwse maritieme sporen in het hoge Noorden, zoals de walvisvaarderspost de 'Zeeuwsche Uitkijk'. Een in Zeeland vergeten maritiem-historicus en Jan Mayenkenner is de Vlissingse HBS- leraar Jan Brander (overleden 1964). Veldkamp haalt deze figuur weer boven water en meldt o.a. dat naar hem op Jan Mayen de 'Branderpynten' zijn genoemd. Over deze Brander zou eens een mooi artikel geschreven moeten worden; misschien iets voor onze Zeeuwse liefhebber en kenner van noordelijke eilanden Beenhakker? Enkele puntjes van kritiek t.a.v. In het kielzog van Willem Barentsz zijn er wel. De getekende kaartjes zijn wegens het geringe formaat niet steeds duidelijk. Voor een publieksboek zijn er ook wel veel typische - en lelijke - dagboekafkortingen gehandhaafd, zoals 'bb' (bakboord) en 'a/b' (aan boord). En wat moet men met een zin als: ETA zal vanavond 20.00 GMT zijn' (p. 18); heeft Veldkamp soms een geheim rendez-vous met de Baskische afscheidingsbeweging gehad? Niet elke lezer zal snappen dat het hier om de verwachte aankomsttijd gaat. Niettemin; een mooi en boeiend boek - het verscheen op 22 november 1996, en de eerste oplage van 1500 exemplaren was in de eerste helft van december al vrijwel uitverkocht. Hans Sinke, Middelburg. Architectuur en stedenbouw 1850-1950\ eindred. en coördinatie Peter Sijnke, fotografie Johan Sinke (Zwolle: Uitgeverij Waanders, 1996). 112 blz., afbn., lit.opg., regs. ISBN 90 400 99081. Prijs ƒ35,-. Dit boek, een uitvloeisel van het bekende Monumenten Inventarisatie Project (MIP), behandelt de ontwikkeling van Middelburgs gebouwde omgeving in een periode van grote veranderingen. Middelburg, in 1850 nog een economisch en cultureel morsdode stad, werkte zich in de navolgende decennia voorzichtig omhoog uit het diepe dal, maakte voorzichtige industrialisering, de komst van het socialisme en andere moderne ontwikkelingen mee, gevolgd door crisisjaren, het fatale bombardement in 1940 en de wederopbouw. Het met foto's in zwart/wit, kaartjes en plattegronden volgestouwde boek is zeer systematisch ingedeeld. Welkome historische overzichten (het ontstaan van Walcheren, ontwikkelingen in de 19de en 20ste eeuw. Middelburg en omgeving tot 1850, stedenbouwkundige veranderingen) gaan aan de eigenlijke inventarisatie vooraf. Ook de laatste is weer overzichtelijk onderverdeeld in categorieën als Villa's en herenhuizen. Industrie en bedrijven, Kerkelijke gebouwen, Wederopbouw en eerste na oorlogse woningbouw enz. Een mijn van 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1997 | | pagina 24