letje van (vermoedelijk) een karveel mag
toch niet ongenoemd blijven. Het betreft
waarschijnlijk - volgens een van de
redacteuren Jan Kuipers - het oudste in
Nederland gevonden model van een schip.
Daarmee hebben we dan weer een Zeeuwse
primeur. Tenslotte noem ik nog een aardige
reconstructiefoto op pagina 96, waarbij een
rijke dis is opgemaakt met behulp van het
gevonden aardewerk en de etensresten.
Lekker eten konden ze toen ook al.
Robbert Jan Swiers
Jan J.B. Kuipers, Zeeuwen te water. Sporen
van een maritiem verleden (Middelburg:
Provincie Zeeland, december 1996). 107
blz., afb., lit.opg., reg. ISBN 90-71565-46-
7. Prijs 7,50.
Het vierde deeltje in de door de Provincie
Zeeland uitgegeven serie met onderwerpen
uit de rijke cultuurhistorie van Zeeland, is
geheel gewijd aan de maritieme geschiedenis
van Zeeland. Maritieme geschiedenis in
engere zin wel te verstaan. De auteur. Jan
Kuipers, geeft in zijn inleiding al aan dat hij
het vooral over de scheepvaart en al wat
daarbij hoort wil hebben: havens, pakhui
zen, organisaties en ondernemingen, speci
fieke bedrijvigheden als visserij, koop
vaardij en militaire activiteiten op en aan het
water. Dat dit terrein op zichzelve reeds
zeer breed is en alle gelegenheid biedt om
over vele en verschillende onderwerpen te
schrijven, zeker in het geval een auteur aan
het werk is die geneigd is een zekere
volledigheid, althans een in chronologie
gevangen overzicht na te streven, daarbij de
prettige eigenschap vertoont zo af en toe het
bebakende vaarwater te verlaten en toe te
geven aan de verlokkingen van het be
staande onbekende en onbewezene - Willi-
brord en Walichrum, de Vliegende
Hollander - bewijst alleen al de omvang van
Zeeuwen te water. Sporen van een maritiem
verleden. Met 107 pagina's is het verreweg
de dikste uitgave in de serie tot nu toe.
Zelfs zo dik, dat de titel met gemak op de
rug van het boekje had gekund.
De inhoud van Zeeuwen te water. Sporen
van een maritiem verleden is verdeeld over
negen hoofdstukken, die in chronologische
volgorde de maritieme geschiedenis van
Zeeland behandelen. Een zeker zwaartepunt
ligt bij de hoofdstukken die de periode van
de Verenigde Oost-Indische Compagnie
(1602-1795) betreffen. Dat ligt enigszins
voor de hand, gezien het feit dat de
maritieme sporen die ons nu nog in Zeeland
resten, toch in hoofdzaak uit die periode
dateren.
Jan Kuipers weet de maritieme geschiedenis
met zijn vele al dan niet roemruchte feiten
en feitjes prima samen te vatten en, zeker
zo belangrijk, leesbaar te verwoorden.
Hoewel het boekje is bedoeld voor een
groot publiek schroomt hij niet zo af en toe
een 'moeilijk woord' te gebruiken en
onverklaard te laten, waarschijnlijk met de
verholen intentie daarmee de verbeel
dingskracht van de lezer te prikkelen. Waar
zal het 'grote publiek' aan denken bij de
Chaukische zeerover (p. 14: 'Chaukië in
Germanië'?) en de gietijzeren goteling (p.
44: 'iets van gietijzer gegoten, met een
vooral voor de gebruiker verwoestende
werking?').
De auteur hanteert een stijl, die mij wel
aanspreekt. Hij typeert het zomerse Veere
niet eenvoudig als een toeristisch stadje met
een historische kern, nee, het is meer:
Veere, een stadje waar de schelheid en het
gewemel van de actuele recreatievaart zich
vreemd mengen in de naar stilheid neigende
atmosfeer van maritieme herinnering en
vergane glorie'Als hij de lezer wijst op
een historische plek in het landschap,
bijvoorbeeld de dijk voor Fort Rammekens,
dan neemt hij ook bepaald geen genoegen
met zoiets als 'kijkt u eens naar die
industrie van tegenwoordig en bedenk eens
hoe het vroeger was'. Welnee, hij dwingt de
lezer als het ware het verleden in: 'Het
industriegebied Vlissingen-Oost met zijn
dokken en containerhavens denkt u weg;
voor uw geestesoog doemt de eens belang
rijke vaarweg van het Zwake op, dat in de
volle en late Middeleeuwen het eiland
Borssele van overig Zuid-Beveland scheidde
en stapje voor stapje werd ingepolderd. U
ziet trage koggen, kraken, kwieke karvelen
en een menigte andere typen voorbij
schuiven. U stelt vervolgens uw mentale
kijker enige eeuwen later in: de rede van
Rammekens is nu gevuld met trotse spie
gelschepen met bestemming Oost-Indië en
snelle WIC-kapers, alle wachtend op
gunstige (oosten)wind om over de kim te
kunnen verdwijnen. Niet zelden was het
afscheid definitief, of bereikte men de kim
niet eens'
Zo te schrijven, dat is andere dan de
26