hervorming), waarin - heel nuttig! - de
Zeeuwse instellingen en besturen, zowel
wereldlijk als kerkelijk, kort worden
behandeld (blz. 13-38) volgt een kenschets
van de hervorming. In het hoofdstuk Intro
ductie van de hervorming in Zeeland (ca.
1520-1532) komt het begin en de
verspreiding van de hervorming in Zeeland
aan bod. De Lutheranen vormden de eerste
hervormingsgezinden in Zeeland. Zij
kwamen in 1523 in het kielzog van de naar
de Nederlanden gevluchte koning Christiaan
II van Denemarken. Hun ideeën raakten
vooral verspreid onder humanisten,
geestelijken en ambachtslieden (o.a.
schoenmakers) (blz. 45 e.v.). De eerste
doodvonnissen werden in 1530
uitgesproken: twee 'lutheriaenen', te weten
Dirk Arendsz., linnenwever uit 's-Hertogen-
bosch, en Adriaan Laureisz., schoenmaker
uit Grijpskerke, kwamen op 3 februari 1530
te Middelburg door onthoofding om het
leven (blz. 58).
Na de Lutheranen kwamen in de jaren
dertig van de zestiende eeuw de dopers (blz.
77 e.v.). Zij opereerden voorzichtig, in het
verborgene, maar hadden belangrijke
kringen en een groter verspreidingsgebied
dan hun voorgangers.
Er waren verschillende groepen
hervormings- of nieuwgezinden:
hervormingsgezinden binnen en buiten de
(katholieke) kerk. Impulsen kwamen veelal
van buiten: vreemdelingen bezochten de
Zeeuwse handelssteden en brachten hun ge
loofsovertuiging mee. Na de doperse
gemeenschappen volgden de meest militante
hervormingsgezinden: de calvinisten. Vooral
Antwerpen was hierbij voor Zeeland van
groot belang. Deze metropool kende de
eerste calvinistische gemeente in de Neder
landen met vanaf ca. 1555 een Zeeuwse
predikant (Adriaan van Haamstede) (blz.
142-143). Een paar jaar later, vanaf ca.
1559, ontstonden ook hervormde gemeenten
in Vlissingen en Middelburg. Gelein Jansz.
d'Hoorne was de eerste predikant te
Middelburg (blz. 156). De calvinisten
begonnen zich steeds openlijker te
manifesteren. Dit leidde o.m. tot preken in
de openlucht, de zogenaamde hagenpreken
(nieuwe spelling!). De eerste Zeeuwse
hagenpreek vond plaats in de duinen bij
Dishoeck op 30 juni 1566 (blz. 208-209).
Men wilde echter eigen kerkgebouwen.
Vandaar dan ook de beeldenstorm, die
bedoeld was om de katholieke kerken te
ontdoen van beelden teneinde ze geschikt te
maken voor de protestantse eredienst (blz.
226). Van Vlaanderen sloeg de beelden
storm over naar Zeeland. De beweging was
goed georganiseerd, er werden zelfs brekers
gehuurd... Middelburg was op 22 augustus
1566 aan de beurt. Gelein d'Hoorne kunnen
we beschouwen als de drijvende kracht
achter de beeldenstorm op Walcheren (blz.
236). Na de beeldenstorm waren de
hervormden heer en meester in de stad
Middelburg. Maar onvermijdelijk kwam de
repressie. Alva en de Raad van Beroerten
(de 'Bloedraad') zorgden vanaf eind 1567
voor herstel van het katholieke geloof (blz.
375 e.v.). Veel hervormden werden
veroordeeld en velen vluchtten. Het
Zeeuwse land had te leiden van inkwartie
ring en plundering van de Spaanse soldaten.
Het betekende echter slechts een tijdelijk
herstel van de oude orde op kerkelijk en
rechterlijk gebied. Zeeland stond aan de
vooravond van de omwenteling, bekend
geworden als de Opstand oftewel de Tach
tigjarige oorlog.
Dan eindigt het boek van mevrouw Rooze
helaas. Hervorming in Zeeland behandelt
derhalve het onstaan en de eerste periode
van de hervorming in (midden- en noord-)
Zeeland - Zeeuwsch-Vlaanderen valt buiten
het bestek van dit boek -, maar niet de
implementatie daarvan. We zeggen het de
promotor van mevrouw Rooze, prof.dr. C.
Dekker, na: een vervolgdeel, handelend
over de periode na 1572 (tot bijvoorbeeld
1621: einde van het Twaalfjarig Bestand)
lijkt derhalve zeer wenselijk. Dan is het
beeld compleet.
Ik ben me ervan bewust met de voorgaande
zeer grove samenvatting geen recht te doen
aan dit ouderwets degelijke boek. Een boek
dat vol staat met feiten en namen. Zo vol
dat het mij tijdens het lezen wel eens even
duizelde. Het boek dat, naast de eigenlijke
tekst, een groot aantal bijlagen telt
(waaronder een opsomming per plaats van
de nieuwgezinden in Zeeland, 1566-1572),
is vooral beschrijvend van aard. Meer
verhalend dan analyserend. Bij een
onderwerp als 'de hervorming' zijn ver
klaringen vaak ook moeilijk te geven.
Clazien Rooze-Stouthamer verdedigde haar
proefschrift op 11 november van het
afgelopen jaar in een passende locatie: de
door de Universiteit van Amsterdam ge
bruikte Lutherse Kerk. Zij eindigde haar
verdediging met een citaat van een Middel
burgse parochiegeestelijke uit 1561: 'Wie
29