uitgedost. Bijna zou deze verkleedpartij hem noodlottig worden, daar hij tijdens het bal in het voorbijgaan door een toorts in brand geraakte en slechts ternauwernood kon worden gered, terwijl enkele anderen de dood vonden in de vlammen. Toen Karei VII in 1437 Parijs binnenkwam, werd hij tegemoetgegaan door met elkaar vechtende wildemannen en -vrouwen. In optochten en processies behoorde de rol van de wildeman in de late Middeleeuwen blijkbaar tot de categorie van louter amusement, zonder dat spelers en volk zich nog een diepere zin bewust waren. Hij werd op één lijn gesteld met zotten, narren, duivels en zwaarddansers. Een abrupt einde aan deze traditie in onze omgeving kwam met de Reformatie, doch in sommige andere streken is de gewoonte van het af- en uitbeelden van wildemannen in stand gehouden. De wildeman kunnen we thans nog tegenkomen in de Sacramentsprocessie van Barcelona, in optochten te Chester en Neurenberg en, dichter bij huis, neemt hij nog steeds deel aan het spel van Sint-Eversmarus in Tongeren. Wildemannen in de heraldiek Zijn intrede in de heraldiek heeft de wildeman gedaan aan het begin van de 14de eeuw. In de loop van de geschiedenis kreeg hij op de wapenschilden en als tenant een steeds beschaafder uiterlijk. Zo zien de Veerse wildemannen er lang niet meer zo wild uit als hun vroege voorgangers. Literatuur C.J.A.C. Peeters, 'Wildemannen in Den Bosch', Bulletin van de Koninklijke Nederlandsche Oudheidkundige Bond 15(1962) afl. 1. J.H. Midavaine, Vee reT de eens zo machtige koopstad aan het Veerse Gat (1996).

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1997 | | pagina 7