prioriteit ligt bij de laatste twee. In het slop De Zeeuwse situatie. Zoals gezegd houden weinig mensen in Zeeland zich professioneel bezig met de archeologie. Dat kleine clubje wordt bijgestaan door enkele leden van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland, afdeling Zeeland (AWN); dit zijn amateurarcheologen. Die circa tien tot vijftien actieve leden werken regelmatig mee bij opgravingen, inmetingen, veldver- kenningen en op het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten aan restauratie, onderzoek en publicatie. De samenwerking tussen profs en amateurs verloopt prima. Dat is in het verleden wel eens anders geweest, maar dat is een ander verhaal. Overigens zijn er ook amateurarcheologen in Zeeland actief die geen lid zijn van de AWN. De professionele archeologie maakt ook van hun inzet dankbaar gebruik. Door al die activiteit lijkt het alsof er niet zo veel aan de hand is. Zo nu en dan komen er verhalen in de krant over aardige vondsten, er verschijnen regelmatig wetenschappelijke en populaire publicaties en met elkaar is er een redelijk functionerende organisatie in een paar gemeenten opgebouwd, zoals de werkgroepen stadsarcheologie in Goes, Hulst, Middelburg en Zierikzee. Welgeteld gaat het echter om vier profs en een handvol vrijwilligers die de archeologische kar in Zeeland trekken. Die mensen werken hard en doen veel, maar - zonder dit overigens krenkend te bedoelen - op vrijwilligers kun je geen structurele organisatie bouwen. In het begin van de jaren negentig werd duidelijk dat het professionele deel van de Zeeuwse archeologie ernstig gevaar begon te lopen. Dat had een paar oorzaken. De belangrijkste lagen in een versnipperde rechtspositie van de medewerkers en het ontbreken van een duidelijke verantwoordelijke overheid. Ook het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten heeft geen officiële status. Een en ander leidde ertoe, dat in 1994 bijna sprake was van sluiting van het Depot en het op straat zetten van het personeel. Hier wreekte zich de nalatigheid - het moet maar gezegd - van de bakkeleiende overheden: het Rijk (voortdurende twist tussen hel ministerie van OCW, toen nog WVC, en de ROB) en de provincie, die niet bijtijds ingreep toen duidelijk werd dat het mis dreigde te lopen. Uit het slop De provincie greep toch in, daartoe aangezet door de noodkreten uit het veld. Een werkgroep werd geïnstalleerd, een plan werd ontwikkeld en momenteel (april 1997) is reeds een aantal belangrijke stappen ondernomen om te komen tot een Steunpunt Monumentenzorg en Archeologie in Zeeland, en beginnen de contouren zichtbaar te worden van een 'Huis voor het cultureel erfgoed'. De AWN had bij dit alles een flinke inbreng. De provincie heeft haar verantwoorde lijkheid genomen en de impasse met het Rijk is doorbroken. De archeologie in Zeeland is nu een volwaardig onderdeel van het provinciaal beleid. Gedeputeerde en Provinciale Staten hebben besloten de gaten in de begroting van het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten te dichten en plannen te ontwikkelen voor de nabije en verderaf gelegen toekomst. Daarbij mag de belangrijke rol van cultuurgedeputeerde G. de Kok niet worden vergeten. Zonder hem was er vermoedelijk geen sprake meer geweest van een werkzame archeologie in Zeeland, afgezien van de provinciaal archeoloog, die het werk dan voornamelijk vanuit Amersfoort had moeten verrichten, zonder ondersteuning - behoudens enkele vasthoudende vrijwilligers - in de provincie zelf. De eerder genoemde werkgroep is inmiddels omgevormd tot een platform voor de archeologie in Zeeland. Daarin hebben vertegenwoordigers zitting van verschillende instellingen (zoals de AWN) en overheden. In het plan, dat loopt tot 2000, worden voorstellen gedaan om in ieder geval te behouden wat er nu is. Voor de nabije toekomst wordt gedacht aan een lichte uitbreiding van het personeelsbestand, de verbetering van de huisvesting, uitbreiding van middelen voor noodopgravingen en de ontwikkeling van een 'Steunpunt Monumentenzorg en Archeologie'. Verantwoordelijkheden Er moet nog wel wat gewikt en gewogen worden door de politiek, want het Rijk staat niet te trappelen de verantwoordelijkheden uit handen te geven. Immers, het Rijk heeft, via de ROB, een flinke zo niet beslissende invloed gehad op het reilen en zeilen van de archeologie in Nederland. Nu provincies zich los proberen te maken van deze bevoogding - overigens alleen omdat het 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1997 | | pagina 12