nootdruft drooge broot Noyt ick hier tot slapen raeck/Dan als d'aldergrootste vaeck Bey mijn oogen comt bestrijen/Die my uyt bedwanck doet lijen Met de geele lange pluymen/Midden in de vloer gespreyt Die den vaeck uyt d'oogen ruymen/ 'Thaengecraey van hier my leyt. Ouffenijnghe op't cantoir (gang 8) Zoals de titel van Hondius' werk al aangeeft in de toevoeging 'vergheselschapt met de boucken', gaat het ideaal van Hondius verder dan het leven van een gewone landeigenaar. Hij spreekt dan ook veelvuldig over de vreugden die hij aan zijn boeken beleeft en het nut dat hij eruit weet te halen. Graag discussieert hij met zijn vrienden, met een boek in de hand. Hij leest over geschiedenis, aardrijkskunde, edelstenen, medicijnen, rechten, sterrenkunde en vooral theologie - hoe zou het anders kunnen! Een bijzondere plaats nemen de werken van de grote kruidkundigen als Lobel, Dodoens en zijn eigen leermeester Clusius in - niet verwonderlijk gezien het voorafgaande! Hij deelt ons zelf mee dat hij dagelijks na het ombijt vijf, zes uur achter elkaar met de neus in de boeken gedoken zit: Naer 't ontbijt, neus in de boecken/Vijf ses uren achter een Om de wijsheyt te versoecken/Is my dagelicx gemeen Mijnen lust is in de boucken/Die my leeren wat ick wil Wijsen my al wat ick soucke/Ofse selfs schoon swijghen stil En dit is mijn daeghlicx werck/Midden in mijn viercant perck Op mijn earner t 'aller tijden/My by haer hier te verblijden. We zijn hier in zijn studeervertrek (zijn 'cantoir') gekomen, tevens bibliotheek en museum van allerlei documenten en curiosa. Deze getuigen van zijn studiezin en veelzijdige belangstelling en Hondius trakteert ons in dit hoofdstuk dan ook op allerlei bespiegelingen en kritische uitweidingen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Zijn bibliotheek is hem alles, getuige de woorden: Mijnen lust die is gebonden/In sijn stille eenicheyt Weltevreden, ongevonden/Ongeacht en ongevleyt Hier te sitten op 't cantoor/Altijd met geloken door Jaren lanck, met open boucken/Daer mij licht mijn vrienden soucken. Zijn boeken laten hem niet alleen en stellen hem nooit teleur: Al wat ick vrage weten sij/En segghen 't sonder weten Nooit straffen se of beschamen mij /Al heb ick 't weder vergeten lek gae 't haer weer van vooren aen/Soo dickwijls ondervragen Tot dat een yder uyt den quaen/Mij helpt naer mijn behaghen In hare lessen nimmermeer/En weet ick tyd verleren En altijds keer ick wijser weer/Veel dan ick was te vooren. Hondius vertelt ons over de inhoud van zijn bibliotheek, die alle wetenschappen omvat. Wat vinden we er zoal? Om te beginnen theologie - zijn theologische boeken lichten hem in over de goddelijke dingen: Dese stemme van den Heer/Leght ons al de schillen (=geschillen) neer Als wy maer ons metter ganghen/geven onder haer ghevanghen En niet meer en willen weten/Dan Godt seker ons uyt leght Tis een wijsheyt te vergeten/Dat den Bibel niet en seght. Zijn juridische werken stellen hem in staat om zonder hulp van advocaat en procureur een proces te winnen: Nu dan slaen wy onsen hant/Aen een Corpus daer gheplant En de wetten om te leven/By den andren zijn beschreven Ende sonder Schout off Schepen/Advocaet off Procureur (Beyde cooplijen wel gheslepen) /Bannen vierschaar t'onser keur Nemen een verwert proces/By der handen naer de les Van de wetten sonder dijnghen/Ons proces ten eynde brijnghen. Andere boeken leren Item over de geheimen van de natuur, van sterren, zeeën en rivieren, van de mijnen met hun edelge steenten en mineralen. Zijn reisboeken geven hem informatie over alle landen, de hoogste bergen en de wilde oceanen. Zijn bibliotheek is ook rijk voorzien van geneeskundige boeken en zijn verzameling gedrukte herbaria is nagenoeg volledig: Ick en weet noch gheenen naem/Van herbaris die te saem Niet gheleyt wert voor ons ooghen/Om haer cruyden re vertooghen 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1997 | | pagina 17