ARCHIEFVONDSTEN Een droevig einde Peter Sijnke In het oud-archief van de - nu voormalige - gemeente Westkapelle vond ik in het resolutieboek over de jaren 1769-1787 het volgende relaas. 'Dingsdag 21 februarij 1775. Present het Coltegie [van Burgemeesters en Schepenen, dat in de 18de eeuw bestond uit 2 burgemeesters, 5 schepenen, 1 secretaris en 1 baljuw] exsept Jan Pieter Minderhout. De Burgemeester de vergaderinge op heeden hebbende doen bijeenkoomen om dat zijn Ed. tijding had door den broeder van Jacobus de Priester, woonagtig onder Westcappelle Buiten, digt bij Zoutelande, dat gemelde Jacobus de Priester dezen morgen, tussen 8 a 9 uuren, op sijn hof verdronken was. Dat hij Burgemeester daar op den chirurgijn Willem Boudeweijn alhier voor afgezonden had om na 't lighaam te zien en 't nodige tot redding, was het mooglijk, in 't werk te stellen. Waar op geresolveert is aanstons inspectie te neemen en schouwinge te doen, en wierd den schout van Westcappelle Buijten, Abraham Dingmans, versogt om meede te gaan. Zijnde gemelde schouwinge in loco [ter plekke] geschied en volgens verklaring van den chirurgijn geen contusien nog quetsuuren aan het lighaam gevonden, maar alleen teekenen van een drenkeling, 't Collegie wiert berigl dat gemelde Jacobus de Priester aan de kant van de sloot, die steil was, en bezigtigt is, sijn ontlasting waarschijnelijk had willen doen, voor over gestort is en wijl hij seer swak door langduurige ziekte met een stokje moeste gaan, sal hij apparent onmagtig geweest sijn om sig te redden. Zijn vrouws beijde kinderen, alleen op 't hof sijnde, vonden hem na wat zoekens, dog waren buiten staat hem uit te trekken, dat niet eer geschiede, dan er hulp van elders quam. Het Collegie alles overwoogen hebbende heeft aan de weduwe toegestaan 't lighaam af te leggen, te kisten en stroo uit te leggen, en tot het order geven van begraven den heer Bailliuw te versoeke sijne toestemminge. Waar op den Secretaris versogt is hier van aan den Wel Edel Gestrenge Halsheer [d.i. de ambachtsheer van Westkapelle mr. M.J. Veth van de Perre], mitsgaders aan de Bailliuw C. Brouwer kennis te geven en aan den laastgemelde Heer 't genoenule ver soek te doen.' 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1997 | | pagina 22