Zuurdeeg, een vlot geschreven en gedegen gedocumenteerd boekwerkje verschenen over de geschiedenis van de bedijking van de Anna Jacobapolder en van de tram. Het is Willem Frederik del Campo genaamd Camp -het monument ter zijner gedachtenis staat dicht bij de voormalige veerhaven van het veer naar Bruinisse - die uit het huwelijk met zijn tweede vrouw geconfronteerd wordt met de bedijking van de schorren van Rumoirt en Nicke in de gemeente Bruinisse. Nadat diverse, vooral juridische moeilijkheden werden overwonnen, vond de bedijking in 1847 daadwerkelijk plaats. Als eigenaar van de Jacobapolder hechtte Del Campo grote waarde aan goede verbindingen, direct na de bedijking werd dan ook een veerdienst op Duiveland geopend. De veerdienst was echter niet ideaal en al vroeg pleitte Del Campo voor een spoorweg- en stoombootverbinding. Het heeft echter tot vrijdag 27 april 1900, ruim twintig jaar na het overlijden van Del Campo, geduurd voor de tramlijn Steenbergen-Brouwershaven werd geopend. Het boekwerkje van Zuurdeeg bevat een schat aan wetenswaardigheden over de totstandkoming en de verdere lotgevallen van deze tramverbinding welke werd geëxploiteerd door de Rotterdamse T ramweg-Maatschappij Na de ramp van 1953 was het ook met deze tramverbinding gedaan. Busdiensten en vrachtvervoer per auto hebben de taak overgenomen; blijft de herinnering waarvan Signaal 97 een uiting wil zijn. Bas Oele G.C. de Bruijn, J.H. Kluiver, A.C. Meijer, J.B. Poortvliet, P.W Sijnke. W.Th. van der Veur en A. van Waarden-Koets. De Oostkerk, 'Een heerlyk stuk der hedendaagse Bouwkundegeschiedenis en restauratie van de Middelburgse Oostkerk. Uitgeverij De Koperen Tuin, Goes 1997. ISBN: 90.72138.70.8. Prijs/ 39,90. Bij Uitgeverij De Koperen Tuin in Goes verscheen een boek over de Oostkerk, naar aanleiding van de grote restauratie die onlangs is afgesloten.Het is een fraai boek geworden, met veel illustraties in zwart-wit. In de verschillende hoofdstukken worden de 16dc en 17* eeuw, de plaats van de kerk in diezelfde periode en de relatie tussen de kerk en de stad behandeld. Vervolgens komt de bouw van de Oostkerk aan bod, het orgel en de restauratie. Het boek besluit met de beschrijving van de Oostkerk door Jan Bosdijk, de Middelburgse stadsarchitect, die rond 1799 de stadsrekeningen en resolutieboeken van Middelburg doornam voor de beschrijving van de kerk. In het boek zijn twee initiatieven verenigd. Al langer was het de bedoeling het Manuscript Bosdijk uit te geven. Nu kon dat dus worden gecombineerd met de uitgave ter gelegenheid van de oplevering van de kerk. Het aardige is dat er zo twee soorten beschrijvingen in één boek zijn te vinden: die van onze tijd en die van Bosdijks tijd, aan het eind van de 18* eeuw, toen de glans van de Gouden Eeuw van Middelburg al weer ruimschoots verleden tijd was. Er zijn aardige parallellen te trekken nissen de tijd waarin de kerk werd gebouwd en de huidige tijd. Voor het stadsbestuur was de bouw van de Oostkerk een prestigezaak, zoals dat nu nog steeds geldt voor grote niet altijd door de bevolking gedragen projecten. De regelmatige onderbrekingen van de werkzaamheden aan de bouw van de kerk komen ook niet onbekend voor. Die onderbrekingen in de bouw werden veroorzaakt door ruzie tussen bouwheren en de magistratuur, maar werden ook ingegeven door geldgebrek: de stad Middelburg was eigenlijk al flink op haar retour toen de aanbesteding werd gedaan. Eigenlijk ging een dergelijk project de armslag van de stad al ver te boven. Dat zorgde voor vreemde financiële capriolen, zoals het uitschrijven van leningen in de vorm van lijfrenten. Dat heeft de stad tot in 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1997 | | pagina 24