Maar sedertdien heeft drs. A.C. Meijer een
aantal in monogram door B. gesigneerde
tekeningen aan het licht gebracht, die door
hem aan Bourjé worden toegeschreven. Zij
maken duidelijk, dat een ontwerp voor het
monument in elk geval om vóór-arbeid van
Bourjé gaat. Daarbij kan men zich afvragen
of de tekening eerder slaat op het in hout
uitgevoerde vóór-monument dan wel reeds
betrekking heeft op het definitieve ontwerp.
Dat valt niet meer na te gaan. Evenmin
weten wij wie de tekening van Bourjé
gewijzigd heeft tot de vorm, die wij thans
kennen. In deze paragraaf zullen wij op die
kwestie ingaan en aandacht schenken aan de
verschillende mogelijkheden, waaraan kan
worden gedacht. Want daarbij bedenke men
dat er waarschijnlijk nog nooit elders een
monument werd opgericht waaromtrent zó
weinig bekend is over de ontwerper en
uitvoerder ervan.
Het gedenkteken op de kop van de nieuwe haven.
In 1817, het jaar van oprichting worden
voor het herinneringsteken verschillende
benamingen gebruikt zoals 'zuilook wel
'gedenkteken' en 'monument'. De Man 6
spreekt van 'piramide'. Van Swigchem is
geneigd in de hoofdvorm een obelisk te zien
en het geheel aan te duiden met het
ouderwetse woord gedenknaald.
Wij zullen proberen de gang van zaken zo
nauwkeurig mogelijk te traceren. De heren
Bijleveld 7 en Sprenger 8 werden op 17 juni
1817 belast met de oprichting van het
monument. Er is contact geweest met
Andries Schraver, hoofdingenieur bij de
Waterstaat, onder wiens toezicht het
havenwerk bijna was voltooid, om hen met
zijn talenten en kundigheden voor te lichten
en te raden.
In eerste instantie is op dezelfde plaats -
zoals reeds verteld - op 9 augustus 1817 een
houten monument opgericht, een voorloper
van het definitieve gedenkteken. Wat dit
laatste betreft kan men concluderen dat het
ontwerp ervoor in grote trekken moet zijn
overeengekomen met de door Meijer
gevonden tekening maar toch ook op
essentiële punten daarvan afwijkt. Het gaat
hier om een ontwerp, waarvan Bourjé in
zijn boekje geenszins het auteurschap opeist.
Hij maakt slechts melding van het voorlopig
in hout opgetrokken gedenkteken zonder op
de kwestie van het ontwerp in te gaan.
De mogelijkheid bestaat ook nog, dat het
voorlopig houten monument een getrouwe
uitvoering was van het door Bourjé
getekende en dat pas in een later stadium,
bij de uitvoering van het stenen monument,
het ontwerp is gewijzigd. Die latere datum
zou verklaren dat Bourjé in zijn boekje van
1817 er geen melding van maakt.
Bij dit alles valt te bedenken dat het
provisionele houten monument niet zo
compleet behoefde te zijn. De lantaarns
kunnen hebben ontbroken en de figuren op
het voetstuk en aan de top kunnen zelfs
tweedimensionaal zijn uitgevoerd, op hout
geschilderd.
4