Zeeuwen naar Amerika 1840-1914.
Patronen, personen en motieven
P.R.D. Stokvis
Gedurende de negentiende en twintigste eeuw hebben heel wat Europeanen hun
geboorteland verlaten op zoek naar betere bestaansmogelijkheden. Totdat de Eerste
Wereldoorlog en kort daarna de quotaregelingen van 1921 en 1924 de immigratie
kunstmatig beperkten, was de transatlantische migratie naar de Verenigde Staten het
meest spectaculair: van de 60 miljoen Europeanen, die tussen 1800 en 1950 scheep
gingen om zich overzee te vestigen, belandden er zo'n 40 miljoen in de Verenigde
Staten. Het Nederlandse aandeel daarin was klein.'
Door de Nederlandse staten van landverhuizers te vergelijken met in Amerikaanse
havens bewaarde scheepspassagierslijsten komt de Amerikaanse hoogleraar
R.P. Swierenga tot een aantal van 90.000 voor de periode 1840-1880 waaronder ruim
14.000 Zeeuwen.- Mijn eigen schattingen op basis van volkstellingscijfers geven een
zelfde uitkomst voor 1840-1880 en 160.000 voor 1880-1920 waaronder tenminste
18.000 uit Zeeland. Opvallend is dat de hoogtijdagen van de Nederlandse trek naar
Amerika samenvielen met de zogenaamde 'nieuwe immigratie' uit Zuid-Oost-Europa
na 1880. In de periode 1880-1920 kende Nederland het grootste aantal landverhuizers
in verhouding tot haar bevolking. Overigens gingen er in die periode meer
Nederlanders als 'gastarbeiders' naar Duitsland dan naar Amerika!
Patronen
Hoe verliep de emigratiestroom en uit wat voor soort mensen bestond die stroom? De
emigratie voltrok zich in golven die op gang kwamen in tijden van tegenspoed in
Nederland of voorspoed in Amerika en tot staan kwamen in tijden van economische
crises of oorlogen. Dankzij brieven (en geldzendingen) wisten achtergebleven ver
wanten en vrienden wanneer men de voortrekkers het best kon volgen. Kenmerkend
voor de Nederlandse Amerikatrek zijn het gestadig aanzwellen van de stroom tot
1914, het grote aandeel van gezinnen en het plattelandskarakter.
Als we de periode 1840-1880 nader beschouwen, zien we allereerst een econo
misch en godsdienstig gemotiveerde groepsemigratie. Tijdens de eerste golf van
1846-1857 behoorde een derde tot degenen die sedert 1834 van de Nederlandse
Hervormde Kerk afgescheiden waren. Onder leiding van hun predikanten stichtten
afgescheiden landverhuizers 'kolonies', zoals Holland en Zeeland in Michigan en
Pella in Iowa die als bruggehoofden dienden in de ketting die voortrekkers en ach
terblijvers verbond. Voor zover achterblijvers gebaande wegen volgden, spreekt men
van kettingmigratie. Langs die wegen stonden gereformeerde kerken die hun stempel
op de Nederlandse gemeenschap drukten. Zeeland behoorde tot de provincies met het
hoogste percentage afgescheidenen in de eerste emigratiegolf van 1846-1857 toen
veel dissidente of althans anti-synodale afgescheidenen mede wegens de onderlinge
verdeeldheid vertrokken. De Christian Reformed Church die zich onder invloed van
de synodale partij in 1857 afscheidde van de Reformed Church, recruteerde wel enige
Zeeuwen afkomstig uit Schouwen-Duiveland en Tholen, maar tot 1900 waren van de
PATRONEN, PERSONEN EN MOTIEVEN
1