HUIZEN IN NEDERLAND, ZEELAND EN ZUID-HOLLAND B. Oele Bij Waanders Uitgevers te Zwolle, verscheen het derde deel van het meerdere delen omvattende standaardwerk Huizen in Nederland. De huizen in Zeeland en Zuid-Holland worden in dit deel beschreven. Na een aantal inleidende hoofdstukken over het bouwen op zich, volgen beschrijvingen van de panden in deze provincies in eigendom van de Vereniging Hendrik de Keyzer. Eerder verschenen in de serie delen gewijd aan Noord-Holland en Friesland en aan Amsterdam, overigens is het nu uitgekomen deel ongeveer 100 blz. dikker dan de eerder verschenen boekwerken. De schrijvers van het deel Zeeland en Zuid- Holland zijn prof. dr. ir. R. Meischke en dr. ing. H.J. Zantkuijl die de inleidende hoofdstukken voor hun rekening namen en drs. P.T.E.E. Rosenberg van wiens hand de gedetailleerde beschrijvingen van de panden van Hendrik de Keyzer afkomstig zijn. De illustraties bestaan uit schitterende gewassen pentekeningen van mw. R. Royaards-ten Holt en foto's van G.J. Dukker, fotograaf bij de RDMZ. In de genoemde eerste elf hoofdstukken worden de belangrijkste ontwikkelingen beschreven in het bouwen vanaf de veertiende tot de negentiende eeuw. Zaken als erfvorming, rooilijnen, de aanleg van het stratenpatroon enz.komen aan de orde evenals de verschillende huisplattegronden, schoorstenen, keukens enz. In het eerste hoofdstuk wordt bijvoorbeeld uitvoerig de afvoer van het regenwater beschreven. 'Osendroppen als grondpatroon van de stad Het systeem van osendroppen (strook naast het huis tussen twee huizen in, die onbebouwd moest worden gelaten om het regenwater van het dak te laten druipen) en straatgoten diende niet alleen voor de afvoer van het regenwater dat op de huizen viel, maar ook voor de ontwatering van de erven. Dit netwerk kwam in een vroege fase van de stadsvorming tot stand en bepaalde de smalle vorm van de huizen. De stoep voor het huis was het ontmoetingspunt met de straat. Daar wenste men geen druipwater van het dak heigeen te voorkomen was door het maken van een topgevel. De voorzijde van het huis werd tevens de voornaamste lichtbron, en de vensters moesten ook worden beschermd tegen regen. De bruikbaarheid van de stoep werd zo nodig vergroot door een luifel. Alleen eenvoudige huizen of hutten kregen dakschilden of wolfseinden aan de voorzijde. Om van deze osendroppen verlost te worden, was een harde dakbedekking noodzakelijk'. Lange Delft, Middelburg. Het heeft tamelijk lang geduurd voordat men overging tot het aanbrengen van de genoemde harde dakbedekkingen; er waren allerlei verordeningen en subsidies voor nodig om leien en dakpannen ingang te doen vinden. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1997 | | pagina 27