gilde wezen. In tijden van grote drukte wanneer er veel werk was, zoals bijvoorbeeld na een grote stadsbrand, konden de stadsbestuurders ontheffing verlenen van bepaalde gildeverordeningen. Ook onder normale omstandigheden konden de steden de gildendwang opheffen. In 1492 stuurde Middelburg boden naar Vlaanderen om timmerlieden te zoeken voor het stadswerk. De timmerlieden in de stad hadden zo veel te doen dat ze geen interesse toonden. In Middelburg bepaalde een ordonnantie voor het ambacht der timmerlieden uit 1525 dat niemand werk mocht aannemen, of in daggeld uitvoeren, of hij moest poorter zijn en 'vrymeester' van het gilde. 'Onvrije' meesters of gezellen van elders mochten in Middelburg wel in dienst van een plaatselijke meester werken, mits er behoefte aan werkkrachten was en een vergoeding aan het gilde werd betaald. Opdrachtgevers mochten buiten de stad doen maken 'alderhande groot houtwerck ende 't gundt, dat dienen mach tot edificatie van nyeuwe huysen Uiteraard was een belangrijk deel van het Middelburg, Lange Delft'Huis Sint Pie ter'. werk der timmerlieden het maken van de vloer- en kapconstructies, verder vervaar digden zij ook vensters, trappen en de stijl en regelwerken met het beschot voor houten gevels, zoals we nog kunnen constateren aan de houten gevel van het Genootschap. Het hoofdstuk over het steenwerk en de stijlvormen daarin bevat ook veel interessante gegevens over de Zeeuwse Zierikzee, 's Gravensteen. gebouwen en woonhuizen opgetrokken met natuurstenen gevels. De steen werd veelal aangevoerd uit een gebied ten westen van Brussel. In de groeve werd de steen in de juiste vorm gehakt en daarna naar de bouwplaats afgevoerd. Op het in 1940 verwoeste huis De Steenrotse aan de Dwarskaai in Middelburg, dat door de steenhouwer Andries de Valckenaere in 1590 voor zichzelf was gebouwd, waren op een aantal reliëfs de werkzaamheden in de groeve te zien. Naast de steen die uit de buurt van Brussel werd aangevoerd was er ook 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1997 | | pagina 29