spel van bouwen en slopen begon, met als
inzet - voor ons - de bescherming van ons
speelterrein. Hoezo gevaarlijk? Was dat
niet juist de uitdaging? Dat er buiten het
park ook nog bunkers waren, was wel
bekend, maar ze werden niet door ons
bezocht, op een enkele bunker langs de
Vlissingse watergang na. Ooit redde zo'n
bunker mijn leven, toen een merrie in volle
vaart op mij en mijn vriendje afstormde,
omdat ze dacht dat wij iets met haar veulen
wilden. Amechtig dook m'n vriendje de
hoofdingang binnen en klom ik over het
zwaar verroeste buitentrapje naar boven.
Bunkers speelden een belangrijke rol in ons
jonge leven. Wisten wij veel van linies, laat
staan van een Landfront. Nu is daar zelfs
een boek over geschreven, er zijn plannen
de bunkers veilig te stellen als
cultuurhistorisch erfgoed, er een museum in
onder te brengen, educatie en voorlichting te
verzorgen en noem maar op. Het Landfront
Vlissingen blijkt geen losse verzameling
bunkers te zijn, maar een ingenieus
aangelegde verdedigingsgordel rond de
strategisch belangrijke havenstad Vlissingen,
met bunkers (in verschillende typen),
Höckerhindernisse (van die piramidevor
mige betonnen obstakels), tankgrachten en
een tankwal. Ondanks de sloop van bunkers
in de loop van de afgelopen vijftig jaar, is er
toch nog genoeg over van dit front om het
een beschermde status te geven. Momenteel
wordt daar hard aan gewerkt in het kader
van bestemmingsplannen, streekplan en het
monumenteninventarisatie- en
selectieproject. De Stichting Atlantikwall
Walcheren probeert het landfront (nieuw)
leven in te blazen met projecten gericht op
recreatie en toerisme, maar ook op educatie
en voorlichting. Landfront Vlissingen van
Hans Houterman en Hans Sakkers voorziet
in een informatieleemte. Enkele artikelen -
en dan nog voornamelijk van de hand van
genoemde auteurs - daargelaten, is er weinig
over dit onderwerp geschreven, laat staan op
zo'n gedetailleerd niveau. Wie alles wil
weten over bunkertypen kan zijn borst nat
maken. Voor minder technisch ingestelde
lieden, tot wie ik mezelf zeker reken, zijn
de verhalen over het ontstaan, het gebruik
en de teloorgang bijzonder boeiend. Hoe
leefden de militairen in deze betonnen
onderkomens, wat hield hen bezig, hoe
probeerden zij de bunkers te camoufleren,
dat zijn uit het leven gegrepen verhalen. De
vondst in de jaren zeventig van het lijk van
een Duitse soldaat naast een ondergestoven
bunker, geeft ineens een indringend beeld
van die vreselijke dagen toen het eiland
vrijwel continu werd gebombardeerd.
Overigens liggen er nog enkele bunkers
onder het duinzand begraven en mag je
verwachten dat dit in de toekomst leidt tot
soortgelijke vondsten; over moderne
archeologie gesproken.
Het boek is een belangrijke aanwinst voor
de moderne geschiedenis van Zeeland en de
auteurs verdienen dan ook alle lof.
Noodgedwongen is het boek in zwart-wit
uitgegeven. Dat is voor een groot deel niet
erg, aangezien de foto's uit die oorlogsjaren
ook in zwart-wit zijn, maar recente foto's
zouden in kleur uiteraard beter uitkomen.
Maar dit zijn slechts onbeduidende
kanttekeningen. Nu zijn er mensen die
menen dat de bunkers en al wat materieel
nog herinnert aan de Tweede Wereldoorlog
maar zo snel mogelijk moet worden
opgeruimd. Daar ben ik het niet mee eens.
Uit cultuurhistorisch oogpunt mag je een
uniek complex niet vernietigen, ook al
herinnert dat aan een periode uit je leven die
37